4. INSTALLATIE
Dit product mag alleen door een gekwalificeerde elektrotechnicus worden
geïnstalleerd.
4.1 Locatie
De Phoenix Inverter dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden
geïnstalleerd zo dicht mogelijk bij de accu's. Rondom het apparaat dient een ruimte
van tenminste 10 cm te worden vrijgehouden voor koeling.
Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
•
Kortere levensduur.
•
Lager piek vermogen of geheel afschakelen van de omvormer.
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu's.
De Phoenix Inverter is geschikt voor wandmontage. Voor de montage zijn aan de
achterzijde van de behuizing gaten aangebracht, zie appendix G.
Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden maar verticaal
monteren is de beste montage. In deze positie is de koeling namelijk optimaal.
De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed bereikbaar
te blijven.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en
stroomonderbrekers. Houd de afstand tussen de Phoenix Inverter en de accu zo kort
mogelijk om het spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken.
Installeer het product in een hittebestendige omgeving.
Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën, kunststof
onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe omgeving.
7