– De optimale snijdhoogte instellen: Een
derde van de grashoogte zal
afgesneden worden.
– goed geslepen messen gebruiken.
– Maairichting variëren en ervoor zorgen
dat de maaibanen elkaar overlappen.
Werkwijze bij hoog gras
Bij hoog gras moet het gazon in twee
rondes worden bewerkt.
Eerste ronde:
Het gazon wordt op de hoogste snijhoogte
voorgemaaid.
Tweede ronde:
12 tot 24 uur na de eerste ronde haaks op
de eerste maairichting op de gewenste
grashoogte mulchen.
10.4 Hoe vaak moet u mulchen?
Door regelmatig te mulchen en het gras
kort te houden, krijgt u een mooi en dicht
gazon.
Belangrijkste groeiperiode:
Lente:
min. 2-x per week mulchen.
Zomer en herfst:
min. 1-x per week mulchen.
0478 111 9943 A - NL
11. Apparaat in gebruik
nemen
11.1 Verbrandingsmotor starten
Voorkom schade aan het
apparaat!
Vul motorolie bij voordat u het
apparaat voor de eerste keer start
(zie gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor).
Start de verbrandingsmotor niet in
hoog gras of in de laagste
snijhoogte. Dit maakt het opstarten
moeilijker.
● Duw de motorstopbeugel (1) naar de
duwstang en houd deze vast.
● Trek de startkabel (2) langzaam tot aan
de compressieweerstand uit. Trek
aansluitend krachtig en snel tot de
volledige armlengte door.
● Laat de startkabel (2) langzaam
teruggaan, zodat deze zich weer oprolt.
Voer deze actie opnieuw uit tot de
verbrandingsmotor aanslaat.
Na het opstarten werkt de
verbrandingsmotor dankzij de vaste
aandrijfsnelheid steeds met optimaal
toerental.
11.2 Verbrandingsmotor
uitschakelen
● Laat de motorstopbeugel (1) los.
De verbrandingsmotor en het maaimes
komen binnen 3 seconden tot stilstand.
11.3 Wielaandrijving
(RM 4 RT, RM 4 RV, RM 4 RTP)
De modellen RM 4 RT, RM 4 RV,
RM 4 RTP zijn uitgevoerd met een
voorwielaandrijving.
14
RM 4 RT, RM 4 RTP:
Eén aandrijfsnelheid vooruit (transmissie
met één versnelling)
RM 4 RV:
Onderweg traploos instelbare
aandrijfsnelheid vooruit (vario-
transmissie)
Wielaandrijving inschakelen
● Verbrandingsmotor starten.
(
11.1)
● Beugel wielaandrijving (1) naar de
duwstang trekken en vasthouden.
De wielaandrijving wordt ingeschakeld en
de grasmaaier zet zich voorwaarts in
beweging.
Aandrijfsnelheid instellen (RM 4 RV):
Voorkom schade aan het
apparaat!
Hendel vario-aandrijving (2) alleen
bij een draaiende
verbrandingsmotor indrukken.
● Rijsnelheid verhogen:
hendel vario-aandrijving (2)
onderweg naar voren drukken.
● Rijsnelheid verlagen:
hendel vario-aandrijving (2)
onderweg naar achteren
15
trekken.
Wielaandrijving uitschakelen
● Beugel wielaandrijving (1)
loslaten.
16
17
85