beschermkap aan de achterzijde van de kachel.
•
Gelieve voor het aansluiten van het lagedruk regelventiel het volgende
te controleren en te lezen: De gaskachel mag enkel gevoed worden door
Propaan-butaan in een fles met een maximum gewicht van 15kg. Sluit het
lagedruk regelventiel aan met een vaste instelling van 30 mbar overeenkom-
stig met EN 12864:2002. De slang moet voldoen aan de nationale normen.
Voor een correcte aansluiting moet de slang aangesloten worden door mid-
del van metalen banden van een geschikte grootte. Volg de instructies mee-
geleverd met het lagedruk regelventiel voor een correcte aansluiting.
•
Schuif de twee metalen ringen rond de slang. Verbind de slang met de aan-
sluiting van het lagedruk regelventiel en de aansluiting van de kachel. Sluit
de metalen ringen stevig door middel van een schroef, maar verzeker dat je
de bevestigingen van onderdelen niet beschadigd.
•
Verzeker, voor het aansluiten van het lagedruk regelventiel aan de gasfles,
dat de gasfles gesloten is en dat er geen open vlammen (zoals een branden-
de oven) aanwezig zijn in de ruimte waar je aan het werk bent. Sluit het
lagedruk regelventiel aan volgens de gebruiksaanwijzing meegeleverd met
het lagedruk regelventiel. Controleer op gaslekken: zie paragraaf F.
•
Plaats de gasfles in zijn compartiment. Kijk uit dat de slang niet verdraaid of
gehinderd wordt en dat er geen warme onderdelen van de kachel te kunnen
geraakt worden.
•
Haak de achterste afdekking van de gasfles op het compartiment door de
twee haken in de respectievelijke openingen van de behuizing te klikken.
Draai de twee schroeven terug aan in de achterzijde van de kachel.
1. Brander-regelaar
2. Hoofd-gasklep
3. Gasslang
4. Gasdrukregelaar
5. Beschermingsplaat
6. Gasfles
Bijkomend
•
Verzeker dat de gasfles gesloten is alvorens deze te vervangen (volg de
gebruiksaanwijzing meegeleverd met het lagedruk regelventiel). Laat de
gaskachel eerst afkoelen en verzeker dat er geen open vlammen of andere
warmtebronnen aanwezig zijn in de ruimte waar je aan het werk bent.
•
Vervang de gascontainer alleen in vlamvrije omgeving.
•
Bijkomend wordt aanbevolen dat de dichtingen van de regelaar en de flexi-
bele rubber slang worden gecontroleerd om zeker te zijn van hun toestand.
Als je twijfels hebt over de toestand van de slang of de dichtingen, vervang
ze dan.
•
Verzeker dat je de aansluiting of andere onderdelen niet beschadigd.
•
Draai de gasfles nooit ondersteboven om de inhoud volledig te gebruiken.
Dit kan leiden tot het vrijgeven van vloeistofresten in de container die de
kachel onherstelbare schade zullen toebrengen.
•
Volg steeds de gebruiksaanwijzing meegeleverd met het lagedruk regelven-
tiel bij het aan- en afkoppelen ervan.
•
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade of letsel wanneer er geen
1
123