Meng in geen geval olie met benzine. Meet de
brandstof af in hoeveelheden die binnen 30 dagen
gebruikt worden om zo de versheid van de brand-
stof te garanderen.
In acht nemen: Gebruik loodvrije normale benzine
met max. 5% aandeel bio-ethanol.
m WAARSCHUWING
Gebruik altijd een veiligheidscontainer voor benzine.
Rook niet tijdens het bijvullen van de benzine. Ver-
wijder alle olie- en benzineresten. Schakel de motor
voor het bijvullen van de benzine uit en laat de motor
enkele minuten afkoelen.
Motor starten (afb. 14)
• Controleer of de ontstekingskabel op de bougie is
aangesloten.
• Ga achter de motormaaier staan. Druk met één
hand de motorremhendel (3) naar de handgreep,
de andere hand moet op de starttrekkabel liggen.
• De motor starten met de starttrekkabel (17). Hier-
voor de greep ca. 10-15 cm (tot een weerstand
voelbaar is) uittrekken, daarna stevig met een ruk
aantrekken. Als de motor niet is gestart, nogmaals
aan de greep trekken.
• Op basis van een beschermplaat op de motor kan
er een lichte rookvorming ontstaan, indien u het
apparaat voor de eerste keer gebruikt. Dit is een
normaal proces.
In acht nemen: Lichte start bij koudere tempera-
tuur door te drukken op de primer-knop (afb. 15,
8). Alleen bij een koude machine gebruiken!
m Let op!
• De starttrekkabel niet laten terugslingeren.
• Let op: Bij koel weer kan het noodzakelijk zijn om
het startproces meerdere te herhalen.
Motor uitschakelen:
• Om de motor uit te schakelen, de motorremhendel
(3) loslaten en wachten totdat het mes stil staat.
• Verwijder de voedingsstekker uit de bougie (10) om
ongewenst starten van de motor te voorkomen.
• Controleer voor het opnieuw starten de trekkabel
van de motorrem. Controleer of de trekkabel cor-
rect is gemonteerd. Een geknikte of beschadigde
afstelkabel moet worden vervangen.
Voor het maaien
Belangrijke aanwijzing:
• Trek deze correct aan. Draag stevig schoeisel en
geen sandalen of sportschoenen.
• Controleer het snijmes. Een mes dat verbogen of
beschadigd is, moet worden vervangen door een
origineel mes.
• Vul de benzinetank in de open lucht bij. Ge-
bruik een vultrechter en een meetcontainer.
Veeg de overgelopen benzine weg. Sluit het
tankdeksel
alleen
handvast
www.scheppach.com service@scheppach.com +(49)-08223-4002-99 +(49)-08223-4002-58
www.scheppach.com service@scheppach.com +(49)-08223-4002-99 +(49)-08223-4002-58
af
(afb.
23).
63 | NL
Door te sterk dichtdraaien kan de tankontluch-
ting worden onderbroken. Daardoor loopt de
grasmaaier niet correct rond of schakelt na enkele
minuten uit.
• Lees de gebruikshandleiding en neem deze in acht
en ook de aanwijzingen betreffende de motor en
die van de extra apparatuur. Maak de handleiding
ook toegankelijk voor andere gebruikers van het
apparaat.
• Uitlaatgassen zijn gevaarlijk. Start de motor alleen
in de open lucht.
• Controleer of de veiligheidsvoorzieningen aanwe-
zig zijn en ook goed functioneren.
• Het apparaat mag alleen worden bediend door een
persoon die daarvoor geschikt is.
• Het maaien van nat gras kan gevaarlijk zijn. Maai
het gras indien mogelijk droog.
• Maak andere personen of kinderen duidelijk dat zij
uit de buurt van de maaier dienen te blijven.
• Maai nooit bij slecht zicht.
• Verwijder omliggende, losse voorwerpen voor het
maaien van de grond.
Aanwijzing voor correct maaien
m Let op! Opende uitwerpklep nooit als de van-
ginrichting wordt geleegd en de motor nog loopt.
Het draaiende mes kan tot verwondingen leiden.
Bevestig altijd zorgvuldig de uitwerpklep en de gras-
vangkorf. Bij het verwijderen eerst de motor uitscha-
kelen.
De door het geleidingswiel aangegeven veiligheidsaf-
stand tussen de mesbehuizing en de gebruiker moet
altijd in acht worden genomen. Tijdens het maaien en
veranderingen van de rijrichting bij struikgewassen
en hellingen moet uiterst voorzichtig te werk worden
gegaan. Zorg altijd voor een stabiele stand, draag
schoenen met antislipbestendige zolen en een lange
broek. Maai altijd dwars op een helling.
Hellingen van meer dan 15 graden mogen om willen
van veiligheidsredenen niet gemaaid worden met de
grasmaaier.
Wees met name voorzichtig bij het achterwaarts ver-
plaatsen en bij het trekken van de gasmaaier. Gevaar
op struikelen!
Bedekking
Bij het bedekken wordt het snijgoed in de gesloten
maaierbehuizing verkleind en weer op het gras ver-
deeld. Het opnemen van gras en de verwijdering ver-
valt.
m AANWIJZING! Bedekken is alleen mogelijk bij re-
latief kort gras.
Om de bedekkingsfunctie te gebruiken, hangt u de
vangkorf (16) vast en schuift u de bedekkingsadapter
(afb. 10-12 / 19) in de uitwerpopening en sluit u de
uitwerpklep (15).