met niet-schuimend en biologisch afbreekbare de-
tergenten die speciaal voor schrobmachines zijn
ontwikkeld door LAVOR . Het gebruik van andere
chemische producten (zoals natriumhypochloriet,
oxidatiemiddelen, oplosmiddelen of koolwaterstof-
fen) kunnen ernstige beschadiging toebrengen aan
de machine.
-volg de veiligheidsvoorschriften opgegeven in de
handleiding en op de reinigingsmiddel verpakking.
-neem contact op met uw LAVOR servicecentrum
voor een volledige lijst van beschikbare en geschikte
reinigingsmiddelen
-laat de waterslang nooit onbeheerd en plaats deze
volledig in de tank: de slang zou kunnen verplaatsen
en gevoelige delen van de machine nat maken. Sluit
de tank.
Voor de afvoer van de tank:
-schroef de dop los en verwijder de transparante dop
van filter /regulator van de reiniging oplossing ge-
plaatst in de bodem van de tank (foto D - 1) en wacht
totdat die volledige leeg is gelopen.
-na het leeglopen, de dop terugplaatsen en aanspan-
nen.
7.5 VUIL WATERTANK LEDIGEN
Het vuil water moet worden afgetapt overeenkom-
stig nationale voorschriften. De gebruiker is volledig
verantwoordelijk voor de naleving van deze regels.
Nadat de reinigingstaak is voltooid, altijd de tank
leeg maken alvorens het opnieuw te vullen. In het
algemeen, kan de tank geleegd worden wanneer
dit vereist is en zelfs tijdens de tussenliggende fasen
van de werkcyclus. Het volume van de vuilwatertank
is hoger dan het volume proper watertank, dus een
potentieel gevaarlijke situatie voor de zuigmotor zal
nooit plaatsvinden. In ieder geval zal een veiligheids-
vlotter de zuigkracht stoppen als de vuilwater vloei-
stofniveau te hoog is.
• Als water of schuim lekt onder de tanks voor welke
reden dan ook, schakel onmiddellijk de zuigmotor uit
en maak de vuil watertank leeg.
Voor de afvoer van de vuil watertank:
rijd de machine naar een geschikte locatie naar de
vuil water afvoer en bij voorkeur in de buurt van een
toilet of een afvoer van riool (in overeenstemming
met de nationale voorschriften voor de verwijdering
van afvalwater). Schakel de machine uit en verwijder
de sleutel. Koppel de afvoerslang van de houder los
en breng de afvoerslang naar het geselecteerde drai-
nage punt.
Het leegmaken kan snel worden onderbroken door
het verhogen van de afvoerslang. Controleer hoe-
veel vuil nog steeds in de tank aanwezig is en, indien
nodig, water gieten in de inspectie opening onder
het deksel. Draai de afvoerslang met sluitschroef en
hang het op de steun achter de machine.
• De aftapplug slang moet luchtdicht zijn, anders
zal het daaropvolgende drukverlies de efficiëntie op-
zuiging verminderen.
7.6 RIJDEN MET DE MACHINE
Selecteer de richting door gebruik te maken van de
joystick hendel. Plaats de sleutel en draai de sleutel
om. Gebruik de rechtervoet om het pedaal licht in
te drukken en naar uw werkplaats te rijden. Zet de
machine uit door de sleutel terug te draaien en uit
te nemen. De rijrichting kan gewijzigd worden door
de joystick hendel te bedienen en op het pedaal te
duwen.
7.7 WERKMETHODE
7.7.1 VOORBEREIDING EN WAARSCHUWIN-
GEN
Verwijder elke vorm van losse onderdelen op het
oppervlak (deze moeten met behulp van geschikte
machines, zoals stofzuigers, veegmachines, enz. wor-
den verwijderd.). Als dit niet gebeurt, kan de zuig-
mond verstopt geraken en niet meer functioneren
en ook de efficiëntie bij het opzuigen verminderen.
Alleen goed opgeleid personeel kan rijden met deze
machine.
7.7.2 BESTURINGSELEMENTE
- Batterijsleutel om de machine aan en uit te zetten
- Richting hefboom om voorwaarts of achterwaarts
rijden te selecteren
- Snelheidsregelaar om de maximum snelheid te re-
gelen bij maximale pedaaldruk
- Borstel motor schakelaar
- Borstel positie regelaar om de borstelkop lager of
hoger van het oppervlak te bewegen (enkel –UP ver-
sie)
- Zuig motor schakelaar
- Zuigbalk hendel om de zuigbalk op of neer te laten
- Noodstop
- Pedaal om de machine in beweging te zetten
- Waterregelaar om de toevoer water aan de borstels
te regelen.
- Batterij indicator, die de stand van de batterijen
weergeeft. Wanneer het rode LED lampje oplicht, de
borstel motor uitschakelen, watertoevoer afsluiten,
stop reinigen, machine uitschakelen en de batterij
opladen. Indien dit niet gebeurt, zal de machine de
borstelmotor zelf uitschakelen en zal het nog alleen
mogelijk zijn om de machine te verplaatsen naar
laadstation. Als de werking niet wordt gestopt, zul-
len alle functies uitvallen en zal de machine manueel
moeten verplaatst worden.
• De batterijen kunnen onherstelbaar worden
beschadigd als de resterende laadniveau druppels
te laag zijn (zie de batterij handleiding). Forceer de
batterij niet buiten de grenzen van haar capaciteit en
139