5. Elektrische aansluitingen
CN90
L
N
M1
M2
Zet de kabels vast met de klemmen.
Fasten the cables with the clamp
Kabel (Voorkant paneel)
Cable(Front panel side)
A
Aansluitblok voor voedingskabel
B
Aansluitblok voor transmissiekabel (gedeeld met M-NET-afstandsbediening)
C
Connector voor MA-afstandsbediening
D
Kabel voor MA-afstandsbediening (ACCESSOIRE
E
5
kabel (ACCESSOIRES
)
F
6
band (ACCESSOIRES
)
G
De klem voor bekabeling ter plekke
Fig. 5-1
Sluit de aansluiting aan
Connect the connector
Schuifrichting
Direction to slide
Fig. 5-2
A
B
C
Fig. 5-3
M1 M2
M1 M2
S
TB3
TB5
1
M1 M2
M1 M2
S
TB3
TB5
M1 M2
Pair No.
M1 M2
0
TB3
TB5
Pair No.
0
Fig. 5-4
24
Rechterzijaanzicht (vanaf a )
Right side view (from
)
Haak
Claw
Klem
Clamp
4
)
Bevestigingsmiddel
Fastener
(Houd vier kralen over en
(Leave about four beads
and cut the rest. )
knip de rest af.)
E
L N
M1 M2
1 2
TB2
TB5
TB15
M1 M2
S
TB5
2
1
2
a
M1 M2
S
TB5
S
Pair No.
M1 M2
S
0
TB5
1
2
1
2
5.1. Binnenapparaat (Fig. 5-1, 5-2)
1) Verwijder het voorpaneel en verwijder vervolgens de hoekdoos rechtsonder uit
het binnenapparaat.
2) Verwijder de bevestigingsschroeven van de afdekplaat van de elektrische onder-
delen en verwijder de afdekplaat.
3) Sluit de voedingskabel en de transmissiekabel aan op het aansluitblok.
•
De doos met elektrische onderdelen moet wellicht naar voren worden getrokken bij een
onderhoudsbeurt, enz. Daarom moet u wat speling in de lengte van de kabels laten.
4) Sluit de aansluiting aan voor de MA afstandsbediening. (Niet gepolariseerd 2-draads)
5) Sluit de aangehechte kabel 5 aan op de CN90 op de besturingsplaat in de
elektrische onderdelen inbouwdoos.
* Zorg dat u het aansluit in plaats van de MA/M-NET afstandsbediening te gebruiken.
6) Bevestig de MA afstandsbedieningkabel 4 en de kabel 5 met de klem door de
haak aan de rechterkant van de elektrische onderdelen inbouwdoos.
7) Bevestig de MA afstandsbedieningkabel 4 aan de bevestigingsklem en laat de
langs de onderkant van het aansluitblok lopen.
8) Maak de kabel 5 vast met de aangehechte band 6.
9) Laat het hoofdsnoer aan de achterkant van het voorpaneel uitkomen naar de
hoekdoos kant. Plaats de elektrische kap en het voorpaneel terug. (Niet hard
trekken aan het hoofdsnoer.)
10) Na het aansluiten van de aansluitingen (geel 9-polig) op het voorpaneel en het
binnenapparaat, schuift u de glazen buis en bevestigt u het met bevestigingsmid-
del 7 waarbij het verbindingsdeel van de aansluiting niet wordt blootgesteld.
* Zorg dat u het aansluit in plaats van de MA/M-NET afstandsbediening te gebruiken.
11) Maak elk snoer vast met de klem voor bedrading ter plekke onder de elek-
trische onderdelen inbouwdoos en plaats de kap van de hoekdoos terug.
In de vaste bedrading dient voor alle actieve geleiders een systeem voor uitschake-
len van de voeding met een geïsoleerde schakelaar, of een vergelijkbare construc-
tie, te worden opgenomen.
5.2. Voedingsbedrading
• De voedingskabel van het apparaat moet minstens gelijk zijn aan ontwerp 245
IEC 53 of 227 IEC 53.
• Breng een aardkabel aan die langer is dan de andere kabels.
• Bij de installatie van de airconditioner moet een schakelaar geleverd worden met
een contactopening van minimaal 3 mm (1/8 inch) per pool.
Afmeting voedingskabel: meer dan 1,5 mm
[Fig.5-3]
Schakelaar 16 A
Overstroombeveiliging 16 A
Binnenunit
Selectie van een netscheider zonder smeltveiligheid (NF) of een aardle-
kschakelaar (NV).
De netscheider moet zo geïnstalleerd zijn dat deze alle actieve fasegelei-
ders van de voeding kan afsnijden.
5.3. Types regelkabels
1. Bedrading transmissiekabels
7
Soort transmissiekabel
Kabeldiameter
Lengte
2. M-NET-afstandsbedieningskabels
Soort afstandsbedieningskabel
Kabeldiameter
Lengte
3. MA-afstandsbedieningskabels
Soort afstandsbedieningskabel
Kabeldiameter
Lengte
5.4. De afstandsbediening en de transmissiekabels voor
het binnen- en buitenapparaat aansluiten (Fig. 5-4)
• Sluit binnenapparaat TB5 en buitenapparaat TB3 aan. (Apolair 2-draads) De "S"
op binnenapparaat TB5 is een gepantserde kabelaansluiting. Zie voor specifi ca-
ties van de aansluitkabels de installatie-instructies van het buitenapparaat.
Opmerking:
Bij de PKFY-P·BM serie, heeft de TB5 twee aansluitingen en geen S-aansluiting.
De aardingen van de afschermingsdraden zijn omgelegd aangesloten. Isoleer
de aangesloten delen met isolatietape enzovoorts.
• Monteer een afstandsbediening in overeenstemming met de aanwijzingen die bij
de afstandsbediening zitten.
• Sluit de transmissiekabel van de afstandsbediening aan binnen 10 meter met
gebruik van een kabel van 0,75 mm
is,gebruik dan een 1,25 mm
1 MA-afstandbediening
• Sluit de "1" en "2" op binnenapparaat TB15 aan op een MA-afstandbediening. (Ni-
etgepolariseerde tweeaderige kabel)
• DC 9 tot 13 V tussen 1 en 2 (MA-afstandbediening)
2 M-NET-afstandbediening
• Sluit de "M1" en "M2" op binnenapparaat TB5 aan op een M-NET-afstandbedien-
ing. (Niet-gepolariseerde tweeaderige kabel)
• DC 24 tot 30 V tussen M1 en M2 (M-NET-afstandbediening)
3 Draadloze afstandsbediening (Bij installatie van een draadloze signaalontvanger)
• Sluit de draad van de draadloze signaalontvanger (9-polige kabel) aan op CN90
van het bedieningspaneel binnen.
• Als meer dan twee toestellen als groep bediend worden met een draadloze af-
standsbediening, sluit u TB15 op elke aan met hetzelfde nummer.
• Om de instelling van het paarnummer te wijzigen, raadpleegt u de installatiehan-
dleiding van de draadloze afstandsbediening. (De standaardinstelling van de bin-
nenunit en afstandsbediening is paar nummer 0.)
Aansluitblok voor transmissiekabel binnen
Aansluitblok voor transmissiekabel buiten (M1(A), M2(B),
Afstandsbediening
2
(3 aders)
De totale arbeidsstroom moet minder zijn dan 16 A
Kabeldoos
Gepantserde CVVS of CPEVS kabel
2
Meer dan 1,25 mm
Minder dan 200 m
Gepantserde MVVS kabel
2
Meer dan 0,5 tot 1,25 mm
Elk gedeelte boven 10 m tot de maximaal toeges-
tane lengte van de transmissiekabel van 200 m.
2-aderige kabel (niet-afgeschermd)
2
Meer dan 0,3 tot 1,25 mm
Minder dan 200 m
2
ader. Als de afstand meer dan 10 meter
2
aansluitkabel.
(S))
Wireless signal receiver
Draadloze afstandsbediening