•
Houd personen met een lichamelijke of geestelijke
beperking die het product gebruiken, altijd in de
gaten. Er moet te allen tijde een verantwoordelijke
volwassene aanwezig zijn.
•
Berg het product op in een afgesloten ruimte die niet
toegankelijk is voor kinderen of onbevoegde
personen.
•
Het product kan objecten uitwerpen en letsel
veroorzaken. Neem de veiligheidsinstructies in acht
om het risico op letsel of de dood te verlagen.
•
Blijf in de buurt van het product wanneer de motor is
ingeschakeld. Schakel de motor uit en zorg ervoor
dat de ketting niet draait.
•
De gebruiker van het product is verantwoordelijk
indien zich een ongeval voordoet.
•
Zorg dat er geen onderdelen beschadigd zijn,
voordat u het product gebruikt.
•
Neem nationale en lokale wetgeving in acht. Deze
kan het gebruik van het product in sommige situaties
beperken of verbieden.
Veiligheidsinstructies voor bediening
•
Het voortdurend of regelmatig bedienen van het
product kan zorgen voor "witte vingers" of dergelijke
medische problemen als gevolg van trillingen. Houd
de toestand van uw handen en vingers in de gaten
als u het product voortdurend of regelmatig gebruikt.
Als uw handen of vingers verkleuren, pijn doen,
tintelen of doof aanvoelen, stop dan met werken en
raadpleeg onmiddellijk een arts.
•
Zorg ervoor dat het product volledig is gemonteerd
voordat u het gaat gebruiken.
•
Het gebruik van het apparaat kan tot rondvliegende
voorwerpen leiden, waardoor oogletsel kan ontstaan.
Draag altijd goedgekeurde oogbescherming
wanneer u het apparaat gebruikt.
•
Let op: Tijdens het gebruik kan een kind zonder uw
medeweten dicht bij het product komen.
•
Gebruik dit product niet als zich personen in het
werkgebied bevinden. Schakel het product uit
wanneer een persoon het werkgebied betreedt.
(Fig. 23)
•
Zorg dat u het product altijd onder controle hebt.
•
Het apparaat moet met twee handen worden
gebruikt. Gebruik het apparaat nooit met één hand.
Werken met één hand kan leiden tot ernstig letsel
voor de gebruiker, medewerkers, omstanders of een
combinatie van deze personen.
•
Houd de voorste handgreep vast met uw linkerhand
en de achterste handgreep met uw rechterhand.
Houd het apparaat rechts van uw lichaam.
(Fig. 24)
•
Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoeid of
ziek bent, of alcohol of drugs hebt gebruikt.
•
Gebruik het product niet als u geen hulp kunt krijgen
indien zich een ongeval voordoet. Zorg ervoor dat
anderen weten dat u het product gaat gebruiken
voordat u het product start.
279 - 005 - 27.09.2019
•
Draai niet met het product voordat u zeker weet dat
er zich geen personen of dieren in de
veiligheidszone bevinden.
•
Verwijder alle ongewenste materialen uit het
werkgebied voordat u begint. Als de ketting een
voorwerp raakt, kan dit worden weggeslingerd en
letsel of schade veroorzaken. Rondom de ketting
kan zich ongewenst materiaal wikkelen dat schade
veroorzaakt.
•
Gebruik het apparaat niet bij slecht weer, zoals mist,
regen, sterke wind, gevaar voor blikseminslag of
andere ongunstige weersomstandigheden. Bij slecht
weer kunnen gevaarlijke omstandigheden, zoals
gladde oppervlakken, ontstaan.
•
Zorg dat u vrij kunt bewegen en in een stabiele
houding kunt werken.
•
Zorg dat u niet kunt vallen wanneer u het product
gebruikt. Buig u niet voorover of achterover wanneer
u het product bedient.
•
Houd het product altijd met twee handen vast. Houd
de voorste handgreep vast met uw linkerhand en de
achterste handgreep met uw rechterhand. Houd het
apparaat rechts van uw lichaam.
•
De zaagketting begint met draaien als de
chokehendel in de chokestand staat wanneer de
motor wordt gestart.
•
Schakel de motor uit voordat u het product
verplaatst.
•
Zet het product niet neer terwijl de motor is
ingeschakeld.
•
Stop de motor voordat u ongewenste materialen
verwijdert van het apparaat. Laat de ketting eerst
stoppen voordat u (al dan niet met een hulpmiddel)
het gesneden materiaal verwijdert.
•
Gebruik dit apparaat niet in een boom. Het gebruik
van dit apparaat in een boom kan letsel
veroorzaken.
(Fig. 25)
•
De kettingrem moet zijn ingeschakeld wanneer het
product wordt gestart, om te voorkomen dat u tijdens
het starten door de ketting wordt geraakt.
(Fig. 26)
•
Als gevolg van terugslag kunnen de gebruiker en
anderen ernstig of dodelijk letsel oplopen. Om de
risico's te beperken, moet u de oorzaken van
terugslag kennen en weten hoe u terugslag kunt
voorkomen.
•
Volg alle veiligheidsvoorschriften om het
terugslagrisico en andere factoren te verlagen die
kunnen leiden ernstig letsel of de dood.
•
Stel de spanning van de zaagketting regelmatig af
om zeker te zijn dat de zaagketting niet verslapt. Een
slappe zaagketting kan losraken en ernstig of
dodelijk letsel veroorzaken.
•
Hanteer geen onjuiste werkwijze om bomen te
kappen. Hierdoor kan lichamelijk letsel optreden,
een nutsvoorziening worden geraakt of materiële
schade ontstaan.
247