Draaimomentinstelling markeren
U kunt de markeringsring 18 vervangen door een mar-
keringsring van een andere kleur om apart ingestelde
draaimomenten aan te geven. Duw de markeringsring
18 los met een dun schroevendraaierblad, een pla-
muurmes of een vergelijkbaar voorwerp.
Gebruik de machine altijd met een markeringsring om-
dat anders het machinehuis niet meer gesloten is.
LED-indicatie
Aanduiding van de accuoplaadtoestand
Wanneer de accu 11 moet worden opgela-
den, knippert de LED-indicatie 10 groen. U
kunt de machine nog voor ca. 6–8 schroef-
verbindingen gebruiken.
Wanneer de LED-indicatie rood brandt, is de capaci-
teit niet meer voldoende. De machine kan niet meer
worden ingeschakeld. De inschakelblokkering blijft ac-
tief tot een opgeladen accu wordt geplaatst.
Een duidelijk kortere gebruiksduur telkens na het opla-
den geeft aan dat de accu spoedig moet worden ver-
vangen. Voer versleten accu's af volgens de geldende
bepalingen.
Indicatie schroefverbinding
Bij het bereiken van het vooraf ingestelde
draaimoment wordt de uitschakelkoppeling
geactiveerd. De LED-indicatie 9 brandt
groen.
Wanneer het vooraf ingestelde draaimoment niet
wordt bereikt, gaat de LED-indicatie 9 rood branden
en klinkt een akoestisch signaal. De schroefverbinding
moet nogmaals worden uitgevoerd.
Onderhoud
Verwijder de accu uit het gereedschap voordat u
het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of
het gereedschap opbergt. Deze voorzorgsmaatre-
gel voorkomt onbedoeld inschakelen van het gereed-
schap.
Bewaar een niet-gebruikte accu uit de buurt van
metalen voorwerpen die de contacten kunnen
overbruggen, zoals paperclips, munten, sleutels,
spijkers, schroeven en dergelijke. Een metaalover-
brugging kan kortsluiting, vonken of vuur veroorzaken.
Mocht de machine ondanks zeer zorgvuldige fabrica-
ge- en testmethoden toch defect raken, dient de repa-
ratie door een erkende servicewerkplaats voor Bosch
elektrisch gereedschap te worden uitgevoerd.
3 609 929 879 • (03.02) T
5 ONDERHOUD EN SERVICE
Nederlands–8
Herhalingsbescherming
Wanneer bij een schroefbewerking de uitschakelkop-
peling is geactiveerd, wordt de motor uitgeschakeld.
Opnieuw inschakelen is pas mogelijk na een pauze
van 0,7 seconden. Daardoor voorkomt u per ongeluk
vastdraaien van reeds vastgedraaide schroefverbin-
dingen.
Haakse schroefkop verstellen
U kunt de haakse schroefkop 3 in totaal in acht stan-
den verstellen.
Houd de machine met de steeksleutel 6 aan het sleu-
telvlak 5 van de flens van de haakse schroefkop vast.
Span de machine nooit aan het machinehuis in.
Draai met de steeksleutel 4 aan het sleutelvlak 17 de
wartelmoer los. Verstel de haakse schroefkop 3 tel-
kens 45° in de gewenste stand en draai met de steek-
sleutel 4 aan het sleutelvlak 17 de wartelmoer weer
vast. Houd daarbij tegen met de steeksleutel 6 op de
flens van de haakse schroefkop.
LED-werklampje verstellen (zie afbeelding
Duw de markeringsring 18 met een dun schroeven-
draaierblad, een plamuurmes of iets dergelijks los.
Duw de veerring 19 met een veerringtang naar achte-
ren op het machinehuis.
De beide schaalhelften van de LED-houder 16, die het
LED-werklampje 21 omsluiten, kunnen nu in elke ge-
wenste stand worden gebracht. Let erop dat u de ka-
bel van het LED-werklampje niet beschadigt en schuif
het, zonder het te knikken, in de daarvoor voorziene
holle ruimte 20 in het machinehuis. Omsluit het LED-
werklampje 21 weer met de beide schaalhelften van
de LED-houder 16. Duw de veerring 19 en de marke-
ringsring 18 weer terug in de oorspronkelijke stand.
Vermeld altijd bij vragen en bestellingen van vervan-
gingsonderdelen het uit tien cijfers bestaande bestel-
nummer volgens het typeplaatje van de machine.
Na ca. 150 bedrijfsuren moet de transmissie voor het
eerst worden gereinigd, vervolgens elke 300 bedrijfsu-
ren. Na elke reiniging moet deze worden gesmeerd
met speciaal transmissievet.
De bewegende delen van de koppeling moeten telkens
na ca. 100000 schroefverbindingen worden gesmeerd
met enkele druppels motorolie SAE 10/SAE 20. De
glijdende en rollende delen moeten worden gesmeerd
met Molycote-vet. Controleer daarna de koppelingsin-
stelling.
)
A