LET OP:
Sluit de batterij nooit kort.
2. Aanbrengen van de batterij
Plaats de batterij met de polen juist aangebracht (zie
Afb. 2).
OPLADEN
Voor het gebruik van het elektrisch gereedschap dient
de accu als volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het netsnoer van het oplaadapparaat op het
stopkontakt aan.
Wanneer de stekker van de acculader in het stop-
kontakt wordt gestoken, zal het controlelampje in
rood knipperen. (Met tusserpozen van 1 sekonde)
Het
Voor het
controlelampje
laden
licht rood op
of knippert
rood.
Tijdens
opladen
Na opladen
Opladen
onmogelijk
Het
Oververhitting
controlelampje
standby
licht groen op.
(2) Batreffende de temperatuur van de oplaadbare batterij
De temperaturen voor herlaadbare batterijen worden
weergegeven in Tabel 2. Oververhitte batterijen
moeten een tijdje afkoelen voordat ze worden
herladen.
Tabel 2 Temperatuur voor opladen van baterijen
Oplaadbare batterijen
BSL1430, BSL1830
BSL1440, BSL1840
(3) Tijd die benodigd is voor het opladen
De oplaadtijden in de onderstaande Tabel 3 zijn
afhankelijk van de kombinatie van acculader en
batterij.
Tabel 3 Oplaadtijden (bij 20°C)
Acculader
Batterij
BSL1430, BSL1830
BSL1440, BSL1840
Tabel 1
Aanduidingen van het controlelampje
Knippert
Brandt ongeveer 0,5 sekonde. Brandt
ongeveer 0,5 sekonde niet. (Uit voor 0,5
seconde)
Brandt
Blift branden
Knippert
Brandt ongeveer 0,5 sekonde. Brandt
ongeveer 0,5 sekonde niet. (Uit voor 0,5
sekonde)
Knippert
Brandt ongeveer 0,1 sekonde. Brandt
ongeveer 0,1 sekonde niet. (Uit voor 0,1
sekonde)
Brandt
Blift branden
Geschikte temperatuur
oor het opladen
0°C – 50°C
UC18YRSL
Circa. 45 min.
Circa. 60 min.
2. Steek de batterij in het acculader.
Plaats de batterij in de oplader totdat de lijn zichtbaar
wordt, zoals afgebeeld op Afb 3, 4.
3. Opladen
Wanneer een batterij in de acculader wordt aangebracht,
blijft het controlelampje kontinu rood branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het
controlelampje in rood knipperen. (Met tussenpozen
van 1 sekonde) (Zie Tabel 1)
(1) Aanduiding van de controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals
aangegeven in tabel 1, al naar gelang de toestand
van de oplaadbare batterij of het acculader.
OPMERKING:
De tijd voor het opladen verschilt afhankelijk van de
omgevingstemperatuur en het spanningsvoltage.
4. Trek de stekker van het oplaadapparaat uit het
stopkontakt.
5. Houd het oplaadapparaat stevig vast en trek de
batterij er uit.
OPMERKING:
Verwijder na gebruik eerst de batterijen uit de lader
en bewaar de batterijen op de juiste manier.
Betreffende het ontladen raken van nieuwe batterijen
e.d.
Aangezien bij nieuwe en langdurig niet gebruikte
batterijen de chemische aktiviteit is teruggelopen, zal
de stroomopbrengst bij het eerste en tweede gebruik
slechts gering zijn. Dit is een tijdelijk verschijnsel; de
normale oplaadtijd kan hersteld worden door de
batterij 2 à 3 maal bij kamer-temperatuur op te laden.
Nederlands
Er is iets mis met de
accu of met het
oplaad-apparaaat
.
De batterij is oververhit.
De batterij kan niet
opgeladen worden (het
opladen wordt hervat
wanneer de batterij is
afgekoeld).
50