Nederlands
Aanslag monteren
Aanslag (1) op de slijpwagen
N
plaatsen – de boringen moeten in
lijn liggen
2
3
Bouten (2) met de aangebrachte
N
ring (3) in de boring schroeven en
vastdraaien
118
Bedieningselementen
Slijpdiepteverstelling
Met behulp van de hendel (1) wordt
N
de slijpdiepteverstelling bediend
Hendelpositie
A
slijpdiepteverstelling ontgrendeld
B
slijpdiepteverstelling vergrendeld
Stand A – ontgrendelen
A
Voor het instellen van de gewenste
slijpdiepte en voor het in de slijpgroef
plaatsen.
Stand B – vergrendelen
Voor het fixeren van de ingestelde
slijpdiepte en voor het werken met een
gelijkmatige slijpdiepte.
Ontgrendeling met behulp van de
combisleutel
Als het ontgrendelen via de hendel op
de duwboom niet mogelijk is, kan de
slijpdiepteverstelling met behulp van de
combisleutel worden ontgrendeld.
WAARSCHUWING
A
Ontgrendelen met behulp van de
combisleutel alleen bij een
uitgeschakelde motor uitvoeren – de
hete uitlaatdemper niet aanraken.
Combisleutel (2) in de boring (3)
N
steken en in de richting van de pijl
naar beneden drukken
B
B
FW 20