2. Verlichting
3. Optie ventilatie
- Al naar uitrustingabariant kan het binnengestel met ventilatoren voor een ontluchting van
de woonruimte worden uitgerust. De ventilatoren zijn in het kopstuk ingebouwd en zuigen
de lucht door de ventilatiesleuven aan en blazen deze door de gedwomngen ontluchting
van het buitengestel in de open lucht. De ventilatoren kunnen ook in bedrijf worden genomen,
wanneer de dakkap gesloten is.
- Om de ventilatie in te schakelen, bedient U de aan de zijde van de kopstukken ingebouwde
tuimelschakelaar. De ventilatoren van ieder kopstuk kunnen separaat worden geschakeld.
Bij de schakelaars handelt het zich im een tweetrapsschakelaar. Hierdoor is het mogelijk, de
ventilatoren naar keuze op vol of half vermogen te bedrijven.
- Voor het reinigen van het filtervlies kan het ventilatorrooster uit het kopstuk worden geno-
men. Hiervoor lost U met een kleine kruiskopschrievendraaier de bevestigingsschroeven ban
het ventilatierooster. Zuigt U het vlies met een stofzuiger af of reinigt U het met warm water.
Wacht U met de montage, tot het vlies volledig gedroogd is.
- De ventilatoren behoeven weinig onderhoud. Er moet echter in regelmatige afstanden wor-
den gecontroleerd, of geen vreemde lichamen werden aangezogen. Hiervoor verwijdert U
het ventilatierooster en kijkt of de aanzuigkanalen van de ventilatoren zuiver zijn.
Grootte
Aantal ventilatoren
400x400
* theoretische specificaties
- Het binnengestel kan al naat uitrustingsvariant met 2 halogeenstralers
per kopstil worden uitgerust, maximaal 4 stralers van telkens 10 W.
- Om de verlichting in te schakelen, bedient U aan de zijde van de kopstuk-
ken de ingebouwde tuimelschakelaar.
- Bij een uitwisseling van de halogeengloeilamp wacht U in ieder geval
tot de gloeilamp en de lampdelen afgekoeld zijn. Er bestaat verbran-
dingsgevaar, omdat de lamp in bedrijf heet kan worden.
- Haalt U nu de complete spot met een kleine schroevedraaier uit de op-
name. Let U daarbij erop, dat U het kopstuk niet beschadigt.
- Neemt U de zilveren draairing van de lamp van het basislichaam af.
- Verwijdert U de defecte halogeengloeilamp en vervangt U deze door
een nieuwe.
- Let U werop, dat het maximale vermogen van 10 W niet wordt over-
schreden.
- Grijpt U de nieuwe halogeengloelamp bij het inzetten niet met blote
vingers, daardoor wordt de lefensduur gereduceerd.
- De assemblage gebeurt in een omgekeerde volgorde.
Vermogen (W)
2 x 10 W
Druk (Pa)*
424
2
Spanning (V)
10,2 - 13,8 V
Luchtstroom (m³/h)*
Spanning (V)
73
10,2 - 13,8 V
NL
Stroom (A)
1,66 A
Stroom (A)
1,5 A
19/28