8)
Zaag het werkstuk langzaam door volgens de bedie-
ning beschreven onder "Glijdend (duwend) zagen
(zagen van brede werkstukken)". (Fig. 56)
WAARSCHUWING:
• Zorg ervoor dat het werkstuk wordt vastgeklemd
door de bankschroef en zaag langzaam. Als het
werkstuk niet goed wordt vastgeklemd of u niet lang-
zaam zaagt, kan het tijdens het zagen gaan bewegen,
waardoor u de controle over het gereedschap kan ver-
liezen, wat kan leiden tot kickback en ernstig persoon-
lijk letsel.
• Wees erop bedacht dat na meerdere zaagsneden
onder verschillende horizontaal-verstekhoeken de
grondplaat verzwakt kan zijn. Als de grondplaat ver-
zwakt is als gevolg van meerdere kerfsneden die in de
grondplaat zijn gemaakt, moet de grondplaat worden
vervangen. Als de verzwakte grondplaat niet wordt ver-
vangen, kan het werkstuk tijdens het zagen gaan
bewegen, wat kan leiden tot kickback en ernstig per-
soonlijk letsel.
Dragen van het gereedschap
Zorg dat de stekker van het gereedschap uit het stopcon-
tact is getrokken. Zet het zaagblad vast op een verticaal-
verstekhoek van 0° en de draaitafel op de maximale hori-
zontaal-verstekhoek naar rechts. Zet de schuifstangen
zodanig vast dat de onderste schuifstang is vergrendeld
in de stand waarbij de slede geheel naar de gebruiker is
getrokken, en de bovenste schuifstangen zijn vergren-
deld in de stand waarbij de slede geheel naar voren is
getrokken in de richting van de geleider (zie het gedeelte
"Schuifvergrendeling afstellen"). Breng het handvat volle-
dig omlaag en vergrendel het in de laagste positie door
de aanslagpen naar binnen te drukken. (Fig. 57)
WAARSCHUWING:
• De aanslagpen is uitsluitend bedoeld te worden
gebruikt tijdens het dragen en bewaren van het
gereedschap, en mag nooit worden gebruikt tijdens
het zagen. Het gebruik van de aanslagpen tijdens het
zagen kan onverwachte bewegingen van het zaagblad
veroorzaken die kunnen leiden tot een terugslag en
ernstig persoonlijk letsel.
Draag het gereedschap door beide zijden van de gereed-
schapsvoet vast te houden zoals afgebeeld. Het gereed-
schap is gemakkelijker om dragen wanneer u de
houders, stofzak, enz., ervan verwijdert. (Fig. 58)
LET OP:
• Zet alle bewegende onderdelen vast alvorens het
gereedschap te dragen. Als tijdens het dragen onder-
delen van het gereedschap bewegen of verschuiven,
kunt u uw balans of de controle over het gereedschap
verliezen, wat kan leiden tot persoonlijk letsel.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en
zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvo-
rens te beginnen met inspectie of onderhoud. Als u
het gereedschap niet uitschakelt en zijn stekker niet uit
het stopcontact trekt, kan het gereedschap per ongeluk
starten, wat kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
88
• Zorg altijd dat het zaagblad scherp en schoon is
om optimale en veilige prestaties te krijgen. Als u
probeert te zagen met een bot en/of vuil zaagblad, kan
een terugslag optreden die kan leiden tot ernstig per-
soonlijk letsel.
KENNISGEVING:
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor het verkleuring, vervormingen en
barsten worden veroorzaakt.
Afstellen van de zaaghoek
Dit gereedschap werd in de fabriek nauwkeurig afgesteld
en uitgelijnd, maar door ruwe behandeling kan de uitlij-
ning ervan verslechterd zijn. Doe het volgende indien uw
gereedschap niet meer juist is uitgelijnd:
1.
Verstekhoek
Duw de slede in de richting van de geleider en draai de
borgschroef rechtsom vast, en trek de borghendel naar
de voorkant van de zaag om de slede te vergrendelen.
Draai het handvat waarmee het draaibaar voetstuk is
vastgezet linksom. Draai de draaitafel zodat de wijzer
wijst naar 0° op de verstekschaal. Draai daarna de draai-
tafel een beetje naar rechts en naar links zodat hij in de
0° verstek-inkeping komt te zitten. (Laat de draaitafel
zoals hij is indien de wijzer niet naar 0° wijst.) Draai de
zeskante bouten van de geleider los met de dopsleutel.
Breng het handvat volledig omlaag en vergrendel het in
de laagste positie door de aanslagpen in te drukken.
Gebruik een driehoeksliniaal of een winkelhaak e.d. om
de zijde van het zaagblad haaks te zetten ten opzichte
van het vlak van de geleider. Draai vervolgens de zes-
kantbouten van de geleider op volgorde vast vanaf de
rechterkant. (Fig. 59)
Controleer of de wijzer wijst naar 0° op de verstekschaal.
Indien de wijzer niet naar 0° wijst, draait u de bevesti-
gingsschroef van de wijzer los en stelt u de wijzer juist in
zodat hij naar 0° wijst. (Fig. 60)
2.
Schuine hoek
Duw de vergrendelingshendel helemaal naar voren om
de arm uit zij stand te ontgrendelen.
1)
0° schuine hoek
Duw de slede in de richting van de geleider en draai
de borgschroef rechtsom vast, en trek de borghen-
del naar de voorkant van de zaag om de slede te
vergrendelen. Breng het handvat helemaal omlaag
en vergrendel het in de laagste positie door de aan-
slagpen in te drukken. Draai de hendel aan de ach-
terzijde van de machine los. (Fig. 61)
Draai de zeskant bout op de rechterzijde van de
armhouder twee of drie slagen naar links om het
zaagblad naar rechts te doen hellen. (Fig. 62)
Zet de zijde van het zaagblad haaks ten opzichte
van het bovenvlak van het draagbaar voetstuk door
de zeskant bout op de rechterzijde van de armhou-
der voorzichtig naar rechts te draaien; gebruik hier-
voor een driehoekslineaal of een winkelhaak e.d.
Draai daarna de hendel stevig vast. (Fig. 63)
Controleer of de wijzers op de armhouder 0° op de
schuine-hoek schaalverdeling op de arm aanwijzen.
Indien niet, maak dan de bevestigingsschroeven van
de wijzers los en verstel de wijzers zodanig dat zij
naar 0° wijzen. (Fig. 64)