2- Lichtindicatoren
Op de frontplaat van het beveiligingspaneel staan LED-indicatoren die de status van uw beveiligings-
systeem aangeven.
1- LED-INDICATOR "AC NETVOEDING"
: Het beveiligingspaneel wordt gevoed door het net.
AAN
: Er is een storing in de netvoeding opgetreden – Het beveiligingspaneel wordt
UIT
gevoed door de ingebouwde batterij.
2- LED-INDICATOR "SYSTEEM INGESCHAKELD"
: De totale zone van het systeem is ingeschakeld.
AAN
: Het systeem is uitgeschakeld.
UIT
KNIPPEREND : De deelzone of naburige zone van het systeem is ingeschakeld.
3- LED-INDICATOR "DETECTOR GEACTIVEERD"
: Dit betekent dat een van de door een magneetcontact beveiligde
KNIPPEREND
vensters of deuren is geopend. De LED blijft knipperen totdat het venster of de
deur gesloten is.
4- LED-INDICATOR "ALARMGEHEUGEN"
: Dit betekent dat een inbraakalarm is afgegaan terwijl het systeem was
AAN
ingeschakeld.
: Dit betekent dat een alarm is afgegaan terwijl de deelzone of de
KNIPPEREND
naburige zone was ingeschakeld.
De indicator blijft
tot aan de volgende inschakeling.
AAN
5- LED-INDICATOR "TECHNISCHE STORING"
: Dit duidt op een storing op een technisch kanaal.
AAN
: Dit duidt op een storing in het systeem (batterijstoring, supervisie,
KNIPPEREND
sabotage, telefoonlijn defect of radiostoring).
De indicator blijft
of
AAN
totdat deze conditie is opgeheven.
KNIPPEREND
- 83 -
N
E
D
E
R
L
A
N
D
S