5.6 Werken met de parallelaanslag
De parallelaanslag 18 (afb. 6) dient voor het werken
evenwijdig aan een reeds aanwezige rand. Daarbij
kan de aanslag zowel rechts als links op de machine
worden aangebracht.
U kan de freespositie na het losdraaien van de
vleugelbouten 9 (afb. 1) verstellen door de
aanslag navenant te verschuiven en de
vleugelbouten vervolgens weer aan te draaien.
Ook kan de parallelaanslag langs een op het
werkstuk bevestigde lat geleid worden.
5.7 Werken met de ondergrijpaanslag
De ondergrijpaanslag 20 (afb. 6) dient voor het
werken evenwijdig aan een reeds aanwezige rand.
Daarbij kan de aanslag links op de machine worden
aangebracht.
U kan de freespositie na het losdraaien van de
vleugelbouten 9 (afb. 1) verstellen door de
aanslag navenant te verschuiven en de
vleugelbouten vervolgens weer aan te draaien.
Nu kan de machine langs een smal onder de
grondplaat aanwezig werkstuk geleid worden.
5.8 Groeven met F-geleidingsrail
Stel de gewenste freesdiepte in volgens hoofdstuk
5.3.
Frees de groef gebruik makend van
F-geleidingsrail. Bredere groeven
worden door zijwaartse
verschuiving van de geleider van
rechts naar links verkregen.
5.9 Werken met de geleidingsrail
Om insnijdingen te bewerken, adviseren wij om de
geleiders (zie hoofdstuk 8 Extra toebehoren) met het
adapterpaar te gebruiken.
Hiervoor gaat u als volgt te werk:
Breng de parallelaanslag 18 (afb. 6) aan op de
machine.
Monteer de adapterparen 60 (afb. 9) op de
daartoe voorziene posities ZZ (afb. 6).
Hang de adapterparen in de parallel op de
freesgroef gemonteerde geleider.
Stel de machine in op helling en diepte, zoals
beschreven onder 4.4 en 4.5.
Verschuif
parallelaanslagstangen in de gewenste positie.
Draai de schroeven 9 (afb. 1) aan.
5.10 Werken na markering met KSS-geleider
Borg het werkstuk tegen verschuiven.
Houd de machine vast aan de handgreep en
schuif beide aanslagnokken tegen het werkstuk.
Zet ze met het voorste gedeelte van de KSS-
geleider op het werkstuk.
Stel de freesdeipte in en schakel het
kapfreessysteem in (zie 5.2 In- en uitschakelen,
pagina 65).
Schuif de machine gelijkmatig in freesrichting
vooruit.
Na het einde van de freesbeweging schakelt u
het kapfreessysteem uit door de schakelhendel
8 (afb. 1) los te laten.
Wacht tot het freesgereedschap volledig
stilstaat en trek de machine in de opgelegde
toestand terug in de uitgangspositie en neem ze
in die positie van het werkstuk. Zo garandeert u
dat de beweeglijke beschermkap 28 (afb. 3)
volledig gesloten is.
Het waarschuwingslampje 25 (afb.
1) geeft door een oranje signaal
aan dat het gereedschap roteert.
Als het gereedschap stilstaat,
brandt het waarschuwingslampje
25 niet. U kan de machine nu in de
uitgangspositie terugbrengen.
Zolang het lampje brandt, mag de
machine niet van het werkstuk
opgetild of teruggetrokken worden.
-66-
de
frees
dwars
op
de