ZAAGPROCEDURES
WAARSCHUWING
○ Controleer voor gebruik of de kettingrem werkt.
○ Pak de handgreep tijdens het gebruik stevig met beide
handen vast.
○ Bij het zagen van planken vanaf onder moet u ervoor
zorgen dat de zaagketting niet tegen de planken stoot.
Als het gereedschap wordt teruggeduwd, bestaat er
kans op letsel.
○ Tijdens werkpauzes of na het werk moet u het
gereedschap altijd uitschakelen en de accu losmaken
van het gereedschap.
Kijk altijd zorgvuldig naar de werkplek en uw omgeving en
als er voorwerpen zijn die letsel, een ongeluk of een defect
kunnen veroorzaken, dient u deze vooraf te verwijderen.
Vooral bij het uitkiezen van de plaats waar u gaat staan,
moet er goed op gelet worden dat de ondergrond stabiel is
en dat u niet over iets kunt vallen.
Bij het omzagen van bomen goed kijken in welke richting
de boom gaat vallen of rollen en altijd vooraf een veilige
ontsnappingsplaats en ontspanningsroute bepalen.
1 Zorg dat het gereedschap uit staat
Als u de accu plaatst terwijl de schakelaar aan staat,
kan het gereedschap onverwachts starten met mogelijk
een ongeluk tot gevolg.
2 Bevestigen van de accu (Afb. 3)
Druk stevig op de accu totdat deze op de plaats
vastklikt, zoals aangegeven in Afb. 3.
3 De schakelaar aanzetten
Controleer of de zaagketting niet in contact is met het
hout, zet dan de schakelaar aan en begin met zagen
wanneer de zaagketting voldoende op snelheid is
gekomen.
LET OP
○ Bij het inschakelen van het gereedschap erop letten dat
de zaagketting niet in contact is met materialen of iets
anders.
○ Tijdens het gebruik erop letten dat de zaagketting niet
in contact komt met andere materialen of voorwerpen.
Vooral wanneer u klaar bent met zagen, moet u er goed
op letten dat het gereedschap niet de grond raakt.
OPMERKING
Vul de olietank tijdig met olie om te voorkomen dat er
geen olie meer in het gereedschap is.
1. Algemene zaagprocedures
(1) Schakel de stroom in terwijl u de zaag een stukje
verwijderd houdt van het hout dat u gaat zagen. Begin
met zagen nadat het gereedschap de volle snelheid
heeft bereikt.
(2) Bij het zagen van een dun stuk hout drukt u de basis van
het zwaard tegen het hout en zaagt dan naar beneden
zoals aangegeven in Afb. 24.
(3) Bij het zagen van een dik stuk hout drukt u de pin op het
voorste gedeelte van het gereedschap tegen het hout en
zaagt dan via een hefboombeweging terwijl u de pin als
een draaipunt gebruikt zoals aangegeven in Afb. 25.
(4) Bij het horizontaal zagen van hout draait u het
gereedschap naar rechts zodat het zwaard onder is en
houdt u de bovenzijde van de voorste handgreep met uw
linkerhand vast. Houd het zwaard horizontaal en plaats
de pin die aan de voorzijde van het gereedschap is op
het hout. Gebruik de pin als een draaipunt en zaag het
hout door de handgreep naar rechts te draaien. (Afb. 26)
(5) Wanneer hout vanaf onder wordt gezaagd, moet het
bovenste gedeelte van het zwaard het hout lichtjes
raken. (Afb. 27)
(6) Lees voor gebruik de bedieningsinstructies en zorg
dat u praktische ervaring heeft met het gebruik van
de kettingzaagmachine, of dat u op zijn minst met de
kettingzaagmachine oefent met het zagen van stukken
rond hout op een zaagschraag.
(7) Bij het zagen van boomstammen of planken die niet
worden ondersteund, gebruikt u een zaagschraag of
een andere methode om ervoor te zorgen dat het hout
niet kan bewegen.
LET OP
○ Bij het zagen van hout vanaf onder bestaat het gevaar
dat het gereedschap in uw richting wordt teruggeduwd
wanneer de zaagketting hard tegen het hout stoot.
○ Zaag niet helemaal door het hout heen wanneer u
vanaf onder begint, aangezien het zwaard mogelijk
ongecontroleerd naar boven vliegt wanneer het einde
van de zaagsnede wordt bereikt.
○ Pas op dat de draaiende kettingzaag niet de grond of
draadhekken raakt.
2. Takken afzagen
(1) Takken van een staande boom afzagen:
Een dikke tak moet eerst een stuk verwijderd van de
stam van de boom worden afgezaagd.
Begin met de tak ongeveer een derde vanaf onder door
te zagen en zaag de tak dan vanaf boven volledig door.
Zaag daarna het resterende gedeelte van de tak langs
de stam van de boom af. (Afb. 28)
LET OP
○ Wees altijd voorzichtig met vallende takken.
○ Wees voorbereid op terugslag van de kettingzaagmachine.
(2) Takken van een omgevallen boom afzagen:
Zaag eerst de takken af die de grond niet raken en
daarna de takken die de grond wel raken. Bij het
afzagen van dikke taken die de grond raken zaagt u
de tak eerst vanaf boven ongeveer half door en daarna
zaagt u de tak vanaf onder door. (Afb. 29)
LET OP
○ Bij het afzagen van taken die de grond raken moet u
voorzichtig zijn dat het zwaard niet door de druk vast
komt te zitten.
○ Houd er rekening mee dat de stam plotseling kan gaan
rollen bij het afzagen van de laatste takken.
3. Boomstammen doorzagen
Bij het doorzagen van een boomstam die geplaatst is
zoals aangegeven in Afb. 30 zaagt u de boomstam
eerst vanaf onder ongeveer een derde door en daarna
zaagt u de boomstam vanaf boven helemaal door. Bij
het doorzagen van een boomstam die over een kuil
ligt zoals aangegeven in Afb. 31 zaagt u de boomstam
eerst vanaf boven ongeveer twee derde door en daarna
zaagt u vanaf onder naar boven.
LET OP
○ Pas op dat het zwaard niet door de druk in de boomstam
klem komt te zitten.
○ Wanneer u op een helling werkt, moet u altijd aan de
hellingopwaartse zijde van de boomstam staan. Als u
aan de hellingafwaartse zijde van de boomstam staat,
kan de boomstam naar u toe rollen.
4. Bomen omzagen
(1) Zaag een valkerf
zoals aangegeven in Afb. 32:
Zaag de valkerf aan de zijde waarin u wilt dat de boom
moet omvallen.
De diepte van de valkerf moet ongeveer 1/3 van de
diameter van de boom bedragen. Zaag nooit een boom
om zonder dat u een degelijke valkerf hebt gemaakt.
(2) Zaag een velsnede
De velsnede moet ongeveer 5 cm hoger zijn en parallel
lopen aan de horizontale valkerf.
Als de ketting vast komt te zitten tijdens het zagen, stopt
u de zaag en gebruikt dan wiggen om de ketting vrij te
maken. Zaag niet door de volledige boom heen.
Nederlands
zoals aangegeven in Afb. 32:
77