NB
5. Sluit de slang van de neuscanule op de mondstukfitting aan.
De mondstukfitting bevindt zich boven aan de Inogen One® G3.
Een canule met enkelvoudig lumen met een lengte tot 7,5 m wordt
aanbevolen om voor de juiste ademhalingsdetectie en zuurstoftoevoer
te zorgen.. Bijkomende titrering kan nodig zijn om een juiste
zuurstofaanvoer te verzekeren bij het gebruik van een specifieke canule.
LET OP
LET OP
6. Zet de Inogen One® G3 aan door op de AAN/UIT-knop te drukken.
U hoort een korte pieptoon nadat het Inogen logo is verschenen. "Wachten
a.u.b." verschijnt terwijl de concentrator opstart. Het display geeft de gekozen
flowinstelling en de staat van de voeding weer. Na een korte opstartvolgorde
begint een opwarmperiode van maximaal 2 minuten. Tijdens deze periode
wordt het zuurstofgehalte opgebouwd tot de gespecificeerde waarde, zonder
deze alsnog te bereiken. Extra opwarmtijd kan nodig zijn als de Inogen One® G3
bij uiterst lage temperaturen was opgeslagen.
7.
Stel de Inogen One® G3 Concentrator in op de flowsnelheid die door uw arts of clinicus.
Met de instelknoppen + en - kunt u de Inogen One® G3 naar wens instellen. De huidige
instelling wordt op het display afgelezen.
96-06947-00-01AG3 User Manual Inogen One G3HF-Multilanguage.indb 243
Als de voeding van het wisselstroomstopcontact wordt losgekoppeld,
moet deze ook van de concentrator worden losgekoppeld om onnodige
ontlading van de batterij te voorkomen.
Om zuurstofflow te verzekeren, moet u controleren of de neuscanule
goed op de mondstukfitting is aangesloten en de slang niet geknikt
of gekneld is.
Vervang de neuscanule regelmatig. Raapleeg uw leverancier of arts om
te bepalen hoe vaak de canule vervangen moet worden.
Bedieningsinstructies Hoofdstuk 3
243
5/25/2016 4:59:20 PM