6. Installatie van Draineerbuizen
Het is mogelijk om de afvoer langs de bodem van het buitenapparaat te laten lopen. Gebruik bij toepassing van afvoerpijpen de gecentraliseerde afvoerset.
7. Elektrische aansluitingen
7.1. Buitenapparaat (Fig. 7-1, Fig. 7-2)
(1) Verwijder het onderhoudspaneel.
(2) Sluit de kabels aan aan de hand van afb. 7-1 en 7-2.
D
L
N
Voor verwarming
S1
S2
S3
B
L1
L2
L3
N
S1
S2
S3
D
Voor voeding
Voor
Voor
verwarming
verwarming
Voor
D
D
voeding
B
A
E E
C
Fig. 7-1
7.2. Elektrische bedrading op de plaats van installatie
• Als de kabels die de binnen- en buitenunits met elkaar verbinden langer zijn dan 80 meter, dient u voor de binnen- en buitenunits aparte voedingen toe te passen. (Zie de
installatiehandleidingen van de binnenunits voor nadere informatie.)
Model binnenunit
Fase
Buitenapparaat
Frequentie en voltage
Voeding
Max. toegestaan systeem impedantie (Ω)
Ingangsvermogen buitenunit
Hoofdschakelaar (stroomverbreker)
Buitenapparaat voeding
Aarde voor voeding buitenunit
Binnenapparaat-Buitenapparaat
Aarde voor verbindingskabel tussen binnenunit/buitenunit
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
Binnenapparaat L1-N, L2-N, L3-N
Binnenapparaat-Buitenapparaat S1-S2
Binnenapparaat-Buitenapparaat S2-S3
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
*1. Gebruik een netscheider zonder smeltveiligheid (NF) of een aardlekschakelaar (NV) met een contactopening van minimaal 3 mm per pool.
*2. Max. 80 m. De totale maximumlengte, inclusief alle verbindingen met binnen/ binnenunits is 80 m.
• Gebruik één kabel voor S1 en S2 en een andere voor S3 zoals aangegeven in de afbeelding.
*3. De afstandsbediening is voorzien van een kabel van 10 m.
*4. De spanning is NIET van toepassing bij de aarding.
S3-terminal heeft 24 V DC in tegenstelling tot S2-terminal. Tussen S3 en S1 zijn deze terminals niet elektrisch geïsoleerd door de transformator of een ander apparaat.
Opmerkingen: 1. De afmeting van de bedrading moet voldoen aan de van toepassing zijnde locale en nationale norm.
2. De voedingskabels en de verbindingskabels van de binnen- en buitenapparaten mogen niet lichter zijn dan met polychloropreen bekleede
flexikabels. (Ontwerp 245 IEC 57)
3. Zorg ervoor dat de aardedraad langer is dan de andere draden, zodat deze niet los kan komen indien de kabel onder mechanische spanning
komt te staan. De aardedraad dient ook dikker te zijn dan de voedingsdraad, zodat deze bij problemen alle elektrische overspanningspieken
aankan.
Waarschuwing:
Bij het aansluiten van A-control dient u er rekening mee te houden dat er een hoge spanning op aansluiting S3 staat. Dit komt door het ontwerp van het elektrische
circuit, dat geen elektrische scheiding kent tussen de leiding van de krachtstroom en de leiding van het communicatiesignaal. Zet daarom de hoofdschakelaar uit
als u onderhoud wilt uitvoeren. En raak de aansluitingen S1, S2 en S3 niet aan bij ingeschakelde spanning. Als u tussen het binnen- en buitenapparaat een
scheider wilt toepassen, gebruik dan een scheider van het 3-polige type.
*Alleen bij model
met verwarming
A
A Binnenapparaat
B Buitenapparaat
C
C Afstandsbediening
D Hoofdschakelaar/zekering
(stroomverbreker)
E Aarding
Voor
Voor
verwarming
verwarming
D
D
D
A
A
A
E
E
E
E
*1
*2
*3
*4
*4
*4
380/400/415V 50Hz
Drie fasen (4 draden)
Isolator (Schakelaar)
S1
"A-regeling"
S2
buiten-
apparaat
S3
G
J
F
H
F Aansluitblok voeding (L1, L2, L3, N,
G Aansluitblok binnen-buitenverbinding (S1, S2, S3)
H Onderhoudspaneel
J Beschermende laag
RP200, 250
3 fasen, 4 draden
3N~(
380-400-415 V
0,25
32 A
4 × Min. 6
1 × Min. 6
Kabellengte 50 m : 3 × 4 (Polariteit)/Kabellengte 80 m : 3 × 6 (Polariteit)
1 × Min. 2,5
2 × 0,69 (Geen polariteit)
AC 220-230-240 V
AC 220-230-240 V
DC 24 V
DC 14 V
S2
S1
S3
3-polige isolator (Schakelaar)
S1
"A-regeling"
binnen-
S2
apparaat
S3
Opmerking:
Als tijdens onderhoud de beschermende
laag voor de elektrische kast is verwij-
derd, dient u deze weer aan te brengen.
L1
L2
L3
N
S1 S2 S3
)
Fig. 7-2
), 50 Hz,
47