De functie Alarmmicrofoon
Als uw leverancier de functie alarmmicrofoon in de MTH800 heeft
geprogrammeerd, kunt u een noodgroepsoproep plaatsen en met
de centrale (en leden van uw groep) spreken zonder de zendtoets
(PTT) in te drukken.
De microfoon blijft een bepaalde tijd open (door uw leverancier
geprogrammeerd). De microfoon blijft open totdat:
• de tijd voor de alarmmicrofoon is verstreken
• u op de zendtoets (PTT) drukt wanneer de alarmmicrofoon is
geactiveerd
• u op de toets Einde drukt
Wanneer de functie Alarmmicrofoon wordt afgesloten, wordt de
melding Alarm micr gestopt weergegeven en wordt de
alarmfunctie weer ingeschakeld voor de MTH800. De functie
alarmmicrofoon is nu uitgeschakeld en de zendtoets (PTT) werkt
weer op de gebruikelijke wijze.
Indien gewenst, kunt u nogmaals op de noodknop drukken om de
functie Alarmmicrofoon opnieuw te activeren. Uw serviceprovider
kan de functie Alarmmicrofoon zonder interactie met de gebruiker
voortzetten door de functie Alarmmicrofoon wisselen in te stellen.
OPMERKING
Een noodgroepsoproep plaatsen
• Alarmmicrofoon ingeschakeld – houd de noodknop ingedrukt
om een noodgroepsoproep te beginnen.
• Alarmmicrofoon uitgeschakeld – houd de noodknop ingedrukt
om een noodgroepsoproep te beëindigen. Wanneer het display is
gewijzigd naar noodgroepsoproep, houdt u PTT ingedrukt en
wacht u op de spreektoon (indien geconfigureerd) en spreekt u.
Laat de zendtoets (PTT) los om te luisteren.
48
De functie Alarmmicrofoon is beschikbaar in DMO en
TMO.