Boiler met dubbele isolatie
Het reservoir met dubbele isolatie mag alleen op warmwaterverwarmingen met max. 110 °C voorlooptemperatuur en 3 bar druk
worden aangesloten. Bij gebruik van een laadpomp kan deze via een laadpompregelaar (zie punt 9) worden bestuurd. Bij de instal-
latie van reservoirs met dubbele isolatie moet in de voorloop een afsluitelement resp. een circulatierem worden ingebouwd, zodat
bij afgestelde centrale verwarming en elektrisch bedrijf het terug verwarmen in het verwarmingscircuit wordt voorkomen. In geen
geval mogen echter de voor- en terugloop worden geblokkeerd, omdat anders het water in de dubbele isolatie niet kan verdampen
en er beschadigingsgevaar voor de ketel bestaat. Het volgende vulvoorschrift moet in acht worden genomen: Bij ingebruikname
moet eerst de binnenketel en vervolgens het centrale verwarmingssysteem (dubbele isolatie vullen) worden gevuld. Bij het legen
moet eerst de dubbele isolatie en vervolgens de binnenketel worden geleegd. In de bedrijfstoestand moet wat betreft de installatie
zijn zeker gesteld dat de druk in de binnenketel niet onder de druk van het verwarmingscircuit (dubbele isolatie) valt. Bij het niet
aanhouden van het vulvoorschrift bestaat het gevaar dat de binnenketel door de relatieve overdruk in de dubbele isolatie wordt
beschadigd. Voor dit type beschadiging vervalt de garantie-, aansprakelijkheids- en vervangingsverplichting van de fabrikant.
7. BELANGRIJKE MONTAGEAANWIJZINGEN
Bij de montage van het apparaat moeten de maatschetsen en eventueel bijgevoegde aanwijzingsplaatjes in acht worden geno-
men.
OPGELET: Voor een belastingstechnisch en sterk montagevlak voor het apparaat resp. voor de keuze van de montageplaats moet
het gewicht van de waterverwarmer, inclusief het gewicht van de watervulling (de nominale inhoud) in acht worden genomen.
Afstanden tot stookinstallaties kunnen in de documentatie van de fabrikant, evenals in de desbetreffende verordeningen worden
gevonden.
Als een reservoir is gewijzigd (voorzien van bekleding) en in een smalle kleine ruimte, tussenruimte of gelijksoortige plaats is ge-
monteerd, moet er altijd op worden gelet dat het aansluitblok van het apparaat (wateraansluitingen, elektrische aansluitingsruim-
te resp. verwarmingsinbouw) vrij toegankelijk blijft en er geen warmtestuwing ontstaat. Voor de uitbouw van de verwarmingsflens
moet een vrije ruimte van 500 mm beschikbaar zijn.
Bij de keuze resp. de volgorde van het installatiemateriaal dat gebruikt wordt voor de installatie, moet conform de regel van de
techniek op eventuele elektrochemische processen worden gelet (gemengde installaties!). De potentiële aanpassing van de buizen
moet conform DIN 50927 plaatsvinden.
Bij dit corrosietype gaat het om vorming van corrosie-elementen. In corrosie-elementen is er tussen het anode- en kathodegebied
een spanning aanwezig. De aflopende processen zijn afhankelijk van elkaar, maar kunnen echter apart van elkaar plaatsvinden.
Corrosie-elementen kunnen op basis van verschillende potentialen, zoals dit bij contactcorrosie het geval is, optreden. Hierbij staan
verschillende metalen via een ionen geleidend medium (water) met elkaar in contact.
Bij bijzonder agressief water, dat speciale oplossingen voor de installatie vereist, moet ook de eventuele noodzaak van een speciale
uitvoering van het reservoir worden gecontroleerd (neem bij vragen contact met ons op).
Het niet in acht nemen van dit voorschrift staat in geval van schade voor incorrect gebruikt en hiermee vervalt ook de aanspraak
op garantie.
Het apparaat is niet bestemd om door personen (kinderen inbegrepen) met beperkte fysieke, sensorische of psychische vaardighe-
den of gebrek aan ervaring en/of kennis te worden gebruikt, hetzij dat er toezicht wordt uitgeoefend door een persoon die voor hun
veiligheid verantwoordelijk is of er uitleg en instructies worden gegeven om zeker te stellen dat het apparaat op de beoogde wijze
veilig wordt gebruikt. Er moet toezicht op kinderen worden gehouden, om er zeker van te zijn dat zij niet met het apparaat spelen.
De operator moet er zeker van zijn dat er geen verbranding met heet water kan plaatsvinden, doordat niet-geïnstrueerde personen
de inrichtingen gebruiken.
66
Id.Nr. 246265-1 / 1828