4. Instellicht
Door het indrukken van schakelaar (2) op de
generator wordt het halogeenlicht van alle
flitslampen ingeschakeld. Groene LED licht
op: halogeenlicht AAN; groene LED dooft:
halogeenlicht UIT. De strerkte van het halo-
geenlicht loopt proportioneel mee met het in-
gestelde flitsvermogen.
Voor controle doeleinden kan het halogeen-
licht van een flitslamp met schakelaar (31)
apart in- en uitgeschakeld worden. In dit ge-
val moet de hoofdschakelaar (2) van de ge-
nerator op 'AAN' staan.
100% instellicht / knop (3)
Door het indrukken van knop (3) wordt het
halogeenlicht van alle aangesloten flitslam-
pen, ongeacht het ingestelde flitsvermogen
met regelaar (4) en (6), op 100% ingesteld.
Groene LED brandt: halogeenlicht 100%;
groene LED brandt niet: halogeenlicht is pro-
portioneel.
37