terug (door bijvoorbeeld het raam te sluiten). De demperfunctie wordt gedeactiveerd. Indien de
raamsensor opnieuw is geactiveerd, zal het blijven piepen.
Opmerking: bewegingssensoren in zone 1, 2 en 3 zullen niet reageren in de waarschuwingsmodus
wanneer het systeem wordt uitgeschakeld. Bewegingssensoren in zone 1, 2 en 3 zullen alleen
reageren als het systeem wordt ingeschakeld. Als u een waarschuwingsindicatie voor de
bewegingssensoren wilt, moet u de bewegingssensoren in zone 4 programmeren.
Bediening van de alarmfunctie:
U kunt het regelcentrum op 2 andere manieren inschakelen: 1) Inschakelen voor thuis en 2)
Inschakelen tijdens afwezigheid
1) Inschakelen voor thuis:
Deze instelling wordt gebruikt als u het gebied wenst te beveiligen, maar thuis bent en rondloopt
binnen het ingeschakelde gebied. Inschakelen voor thuisinstelling, elke bewegingssensor in zone 1, 2
en 3 zal niet op bewegingen reageren. Het alarm zal direct afgaan als de sensoren in zone 1, 2 en 3
geactiveerd zijn (behalve de bewegingssensoren).
Voorbeeld:
Als u het systeem 's nachts wilt inschakelen, waar alle deuren/ramen niet zullen worden geopend,
kunt u het systeem in thuismodus inschakelen. Zelfs binnenshuis bewegen (activeert wel de
bewegingssensor); zal het alarm niet activeren, tenzij de bewaakte deuren of ramen geopend zijn.
Om het regelcentrum in de thuismodus in te
schakelen:
Stap 1: Voer het 4-cijferig wachtwoord in
Stap 2: Houd de "Inschakelknop" voor 3
seconden ingedrukt. De inschakel-indicator zal
AAN blijven om aan te geven dat het
regelcentrum nu in de thuismodus is
ingeschakeld.
Stap 3: Om uit te schakelen, voert u het
4-cijferig wachtwoord in.
2) Inschakelen tijdens afwezigheid
Deze instelling wordt gebruikt wanneer u het
huis verlaat. Door het inschakelen van het
systeem in de afwezigheidsmodus, heeft u
na inschakelen 45 seconden de tijd om het
huis te verlaten. Na 45 seconden zijn alle
sensoren in zone 1, 2 en 3 ingeschakeld. Het
activeren van deze sensoren in de
ingeschakelde afwezigheidsmodus, zal
resulteren tot 30 seconden vertraging bij
binnenkomst. Als een geldig wachtwoord niet
binnen 30 seconden is ingevoerd, zal het alarm
afgaan.
Om het bedieningspaneel in de thuismodus in te schakelen:
Stap 1: Voer het 4-cijferig wachtwoord in
Stap 2: Druk de "Inschakelknop" tweemaal in. De inschakel-indicator zal knipperen om aan te geven
dat het regelcentrum is ingeschakeld in de afwezigheidsmodus.
Stap 3: Om uit te schakelen, voert u het 4-cijferig wachtwoord in.
41