4. De waarde wordt weergegeven op het beeldscherm.
N.B.:
1. Voor de metingen van > 1 M is het mogelijk dat de multimeter enkele seconden nodig
heeft om de meting te stabiliseren. Dit fenomeen wordt normaliter geconstateerd bij hoge
weerstandsmetingen.
2. Wanneer er geen enkele ingang is aangesloten, dat wil zeggen bij een open kring, meldt
de aanduiding " OL " dat er sprake is van overschrijding van de groep.
3. Maak voor het uitvoeren van de meting de te testen kring spanningloos en ontlaad alle
condensatoren volledig.
Continuïteitstest
1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem " COM " en de rode testdraad op de klem
"
".
2. Zet de keuzeschakelaar voor de groep op en druk vervolgens op de toets " S " totdat op het
beeldscherm de icoon "
" verschijnt.
3. Sluit de twee testdraden aan op de te meten kring.
4. Het geluidssignaal klinkt als de weerstand lager is dan ca. 30 .
N.B.: Maak voor het uitvoeren van de meting de te testen kring spanningloos en ontlaad alle
condensatoren volledig.
Diodetest
1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem " COM " en de rode testdraad op de klem
"
".
(N.B.: De polariteit van de rode testdraad is plus " + ")
2. Zet de keuzeschakelaar voor de groep op en druk vervolgens op de toets " S " totdat op het
beeldscherm de icoon "
" verschijnt.
3. Sluit de rode testdraad aan op de anode van de te testen diode en de zwarte testdraad op de
kathode van de diode.
4. De ruw geschatte spanningsdaling van de diode wordt weergegeven. Als u de aansluiting
omkeert, wordt de aanduiding " OL " weergegeven op het beeldscherm.
Meting van de capaciteit
1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem " COM " en de rode testdraad op de klem
"
".
2. Plaats de keuzeschakelaar voor de groep op
.
3. Als het beeldscherm niet nul aangeeft, druk dan op de toets " REL " .
4. Sluit de twee testdraden aan op de klemmen van de te meten capaciteit.
5. Wacht tot de op het beeldscherm weergegeven meting zich stabiliseert. (Voor hoge
capaciteitsmetingen is het mogelijk dat de multimeter ca. 30 seconden nodig heeft om de meting
te stabiliseren.)
N.B.: Controleer, voordat u gaat meten, of de te meten capaciteit daadwerkelijk volledig
ontladen is.
Meting van de frequentie en de uitvoeringscyclus
1. Sluit de zwarte testdraad aan op de klem " COM " en de rode testdraad op de klem
"
".
2. Plaats de keuzeschakelaar voor de groep op Hz/%. Druk op de toets " Hz % " om het
meten van de frequentie of de uitvoeringscyclus te selecteren, de bijbehorende icoon wordt
weergegeven op het beeldscherm.
3. Sluit de twee testdraden aan op de klemmen van de bron of de te meten lading.
4. De waarde wordt weergegeven op het beeldscherm.
44