CAM360AHD
• Houd bij het aanleggen van de kabels altijd voldoende afstand tot hete en bewe-
gende voertuigonderdelen (uitlaatpijpen, aandrijfassen, dynamo, ventilatoren,
verwarming e.d.), om beschadigingen aan de kabel te voorkomen. Gebruik voor
de mechanische bescherming ribbelbuis of soortgelijke beschermings-
materialen.
• Gebruik de vulkaniserende tape om de stekkerverbindingen van de videoaansl-
uitkabels te beschermen tegen het binnendringen van water (afb. 9, pagina 6).
• Let er bij het leggen van de kabels (afb. 4, pagina 5) op dat deze:
– niet te sterk worden geknikt of verdraaid,
– niet langs randen schuren,
– niet zonder bescherming door openingen met scherpe kanten worden
gelegd.
• Bevestig de kabels veilig in het voertuig om verstrikken (gevaar om te vallen) te
vermijden. Doe dit met kabelbinders, isolatietape of bevestiging met lijm.
• Bescherm iedere doorvoer aan de buitenkant d.m.v. geschikte maatregelen
tegen het binnendringen van water, bijv. door de kabel met afdichtingspasta aan
te brengen en door de kabel en de doorvoertule in te spuiten met afdichtings-
pasta.
I
INSTRUCTIE
Begin met het afdichten van de doorvoeren pas nadat alle instelwerk-
zaamheden aan de camera zijn voltooid en de benodigde lengtes van
de aansluitkabels vastliggen.
7.3
Benodigd gereedschap
Voor inbouw en montage heeft u de volgende gereedschappen nodig (afb. 2,
pagina 4):
• Metaalboor: 6 mm en 2,4 mm (1)
• Boormachine (2)
• Inbussleutel: 2,5 mm (3)
• Meetlat (4)
• Hamer (5)
• Centerpons (6)
• Krimptang (7)
• 5 x meetlint: ten minste 10 m
NL
Het videosysteem monteren
173