Nederlands
Stabimed
Beoogd doel
De Stabimed is een korte softe
knieorthese met extensie- /
flexiebegrenzing. Het product dient
uitsluitend te worden gebruikt voor
orthetische verzorging van de knie en
uitsluitend bij intacte huid.
Indicaties
• Lichte tot middelmatige instabiliteit,
chronische instabiliteit
• Meniscusletsels
• Traumatische of degeneratieve
kniegewrichtsveranderingen
Contraindicaties
Momenteel niet bekend
Scharnierinstelling. Alleen uit te
voeren door uw orthopedisch
instrumentenmaker.
Extensiebeperkingswig, EXT
(strekbeperking): 0°, 10°, 20°, 30°
Flexiebeperkingswig, FLEX
(buigbeperking):
0°, 10°, 20°, 30°, 45°, 60°, 75°, 90°
Immbolisatiemogelijkheid bij:
0°, 10°, 20°, 30°
Zet ter immobilisatie a.u.b. eerst de
flexiewig en vervolgens de
dienovereenkomstige extensieweg erin.
De mediale (binnenzijde) en de laterale
(buitenzijde) graadinstelling moeten
altijd hetzelfde zijn.
1. Wissel de wiggen alleen, als de
gewrichtsspalken zich in de zijzakken
bevinden.
2. In uw knieorthese zijn 10°
extensiewiggen en 90° flexiewiggen
voorgeïnstalleerd.
3. Om de wiggen te verwisselen,
opent u de bovenste en onderste
schuifgrendels.
®
Nu kunt u de wiggen eenvoudig
uitnemen.
4. De vervangende wiggen vindt u in de
wiggenset met de opdruk R – FLEX,
L – FLEX dan wel R – EXT, L – EXT en de
desbetreffende instelling in graden.
5. Steek de nieuwe flexiewig en
aansluitend de extensiewig in het
scharnier. Sluit daarna de beide
schuiven om de wiggen vast te zetten.
Herhaal dat met het andere scharnier.
OPGELET: er moeten altijd extensie- en
flexiewiggen ingezet zijn.
6. Beweeg de orthesescharnieren en
controleer of de wiggen goed zitten.
Belangrijke aanwijzing
Verander de extensie- en
flexiebeperkingen slechts op aanwijzing
van de behandelend arts. Om
hyperextensie te voorkomen moeten
altijd extensiewiggen of 0°-wiggen
geplaatst zijn. De wiggen bepalen de
juiste bewegingsradius van de orthese.
Bij moeilijke omstandigheden van de
weke delen kan het, door de compressie
van de weken delen, nodig zijn om een
grotere wig erin te zetten, om zo de
kniebeweging te beperkten tot de
gewenste radius. Let ook op de correcte
stand van de orthesescharnieren: het
midden van de scharnieren moet ter
hoogte van de bovenkant van de
knieschijf liggen. Het scharnier moet
zich achter de zijwaartse middellijn van
het been bevinden.
Aantrekken
• Open alle riemen en de beide
klittenbanden. Trek de beide riemen
een stuk naar achteren door, om te
voorkomen dat ze in de weg liggen bij
het aanbrengen van de orthese.
• Buig uw been in een hoek van ca. 45°.
Wikkel de orthese van achteren nauw
aansluitend om het been en sluit de
beide klittenbanden (afbeelding 1).