Veiligheidsinstructies voor de gebruiker:
Bescherm u tegen de elektrische ontladingen. Vermijd het lichamelijk contact met oppervlakken
verbonden met de aarde (zoals bijvoorbeeld: buizen, radiatoren, fornuizen, koelkasten)
Hou kinderen op afstand. Sta niet toe dat andere personen het apparaat of de kabel aanraken;
hou ze weg van uw werkzone.
Draag geschikte werkkledij. Draag geen ruimzittende kledij of sieraden; ze zouden kunnen
gegrepen worden door bewegende delen. Tijdens werken in open lucht is het aan te bevelen
rubber handschoenen te dragen en schoenen met antislipzool. Draag een haarnet indien uw haren
lang zijn.
Draag een beschermende bril. Draag ook een masker indien het uitgevoerde werk stof produceert.
Maak uw actieradius niet te groot. Vermijd om een voor het lichaam vermoeiende houding aan te
nemen; let erop dat uw steun op de grond stevig is en behoud op elk moment uw evenwicht.
Wees altijd alert. Hou uw werk in de gaten, handel met gezond verstand en gebruik het apparaat
niet indien u moe bent.
Veiligheidsinstructies met betrekking tot de werkzone
Zorg voor een ordentelijke werkzone. Wanorde in de werkzone verhoogt het risico op ongeval.
Hou rekening met de omgeving van de werkzone. Stel de elektrische werktuigen niet bloot aan
de regen. Gebruik geen elektrische werktuigen in een vochtige of natte omgeving. Let erop dat de
werkzone goed verlicht is. Gebruik geen elektrische werktuigen indien er zich ontvlambare
vloeistoffen of gassen in de buurt bevinden.
Veiligheidsinstructies
Instructies met betrekking tot de diepvriezer Siberia®
Werp uw Siberia® diepvriezer nooit omver.
Na omverwerpen de Siberia® tenminste 8u laten rusten alvorens op te starten.
Nooit het ventilatierooster belemmeren.
De koppen en de klemmen niet ontdooien met behulp van een vlam of een andere hittebron.
Ontvlambaar gas.
Draag handschoenen die aangepast zijn voor werk in koude omstandigheden.
Het contact van ijs met de huid veroorzaakt brandwonden. De vrieskoppen laten ontdooien na
gebruik.
Nooit het deksel sluiten op de slangen die zich niet zouden bevinden in de geleiding op de randen
van de behuizing.
De slangen niet plooien of verwringen. Anders riskeert u ze te beschadigen en de lekdichtheid
ervan teniet te doen.
De koelkringloop niet openen.
In geval van slopen van het toestel, het koelmiddel op gepaste wijze verwijderen.
Het koelmiddel mag niet in de goot of in de natuur geworpen worden. De dampen kunnen een
verstikkende atmofeer creëren.
Nooit de ventilatie-uitgang van de compressor belemmeren.
Het bevriezen kan mislukken en een belangrijke condenswateruitstroom veroorzaken.
52
NL