13
Nederlands
LOCATIE VAN DE BESTURINGSELEMENTEN
1. LUIDSPREKER
2. HOOFDTELEFOON UITGANG
3. AFSTEMSCHAAL
4. TELESCOPISCHE ANTENNE
5. BATTERIJCOMPARTIMENT
6. AC KABEL
7. TUNING-REGELAAR
8. VOLUME-REGELAAR / AAN - UIT
STROOMBRONNEN
WISSELSTROOM:
U sluit uw draagbare stereosysteem op de stroom aan door het netsnoer aan het
aansluitpunt (6) aan de achterkant van het apparaat aan te brengen en de stekker in
een stopcontact in de muur te steken.
Controleer of de nominale spanning van uw apparaat overeenkomt met uw lokale
voltage. Zorg ervoor dat het netsnoer volledig in het apparaat is aangebracht.
BATTERIJSTROOM:
Om de radio met batterijen te gebruiken, haalt u de stekker uit het stopcontact en
plaatst u 4 × "LR6" -batterijen in het vakje (5).
Controleer, ter voorkoming van schade aan het apparaat, of de batterijen correct zijn
geplaatst.Verwijder de batterijen als de radio gedurende langere tijd niet wordt
gebruikt. Dit ter voorkoming van lekkage van de batterijen en schade aan de radio.
DE RADIO GEBRUIKEN
1.
Draai de "AAN - UIT SCHAKELAAR" (8) met de klok mee om het apparaat in te
schakelen.
2.
Met de afstemregelaar (7) stelt u de radiofrequentie in op de gewenste zender.
3.
Stel de volumeregelaar (8) in op het gewenste niveau.
4.
Draai de "AAN - UIT SCHAKELAAR" (8) tegen de klok in om het apparaat uit te
schakelen.
Let op: Voor een betere ontvangst, verandert u de richting waarnaar de antenne (4)
wijst.