5.0 Verwerking
5.2 Verwerking van Hettich
montageplaten
5.2.1 Installatie
In twee klauwplaten (rechts zwart gemarkeerd) worden telkens één
boor, diameter 5 mm, links geklemd (binnenzeskantsleutel SW 2,5).
De overige klauwplaten moeten met verdekte boorhouderafdichtstop-
pen worden afgesloten zodat de stelschroef er niet kan uitvallen en
tegelijkertijd is dit een goede bescherming tegen vervuiling.
Boordiepte-aanslag justeren en met een gekartelde contramoer
vastschroeven. Eén omwenteling stemt overeen met 1 mm. Telkens
proefboringen uitvoeren om de precieze boordiepte vast te stellen - zie
hoofdstuk 3.1.
Schroeven aan het aanslagliniaal losmaken met inbussleutel SW 6 en
de vereiste randafstand volgens schaal justeren (zie hoofdstuk 3.2)
of bij de ingebouwde vaste aanslag (toebehoren, artikelnr. 020 487)
deze tegen de overeenkomstige aanslagbout schuiven en opnieuw
vastklemmen.
Randafstand volgens schaal =
Maat 37 (Systeem 32) + 20 mm
(Afstand van de as tot het "0"-punt
van de schaal)
Pendelaanslagen op de gewenste maat rechts en links volgens schaal
afstellen - zie hoofdstuk 3.3.
Waarschuwing:
In het bereik van de boorkop geen aanslagen plaatsen omdat
anders zwaarwegende schade bv. aan de boorassen en aan de
aandrijving kan ontstaan.
Attentie:
Voer een proefboring uit! Controleer de maten!
5.2.2 Boren
Leg een werkstuk aan en schuif het tegen het aanslagliniaal en de
pendelaanslagen. Schakel de motor met behulp van de motorscha-
kelaar aan en druk de handhefboom naar beneden tot aan de aanslag
om te boren.
Nu kan bv. de montageplaat „Hettich Direkt Top" met de hand worden
ingezet.
Waarschuwing:
Wanneer de machine in werking is, mogen uw handen zich nooit
in de gevarenzone van de boren bevinden.
n
d
82
32
ø 5 L
ø 5 L
20
L
L