– of alle schroeven, moeren en andere
bevestigingselementen aanwezig zijn
of zijn vastgedraaid. Losgemaakte
schroeven en moeren moeten voor de
ingebruikstelling vastgedraaid worden
(aandraaimoment respecteren).
Gebruik het apparaat alleen buiten en niet
bij een muur of een ander vast voorwerp,
om de kans op letsel en schade te
verkleinen (geen uitwijkmogelijkheden
voor de gebruiker, glasbreuk in ruiten,
krassen op auto's, enz.).
Zet het apparaat stevig op een vlakke en
vaste ondergrond.
Gebruik het apparaat niet op een
geplaveid of met grind bedekt oppervlak,
want uitgeworpen of omhoog geslingerd
materiaal kan dan verwondingen
veroorzaken.
Zorg elke keer vóór de ingebruikname
ervoor dat het apparaat conform de
voorschriften is afgesloten. (
Maak uzelf vertrouwd met de aan- / uit-
schakelaar, opdat u in noodsituaties snel
en juist kunt reageren.
Als de werkstand van de tuinhakselaar
ingeschakeld is, moet de vulopening altijd
volledig door de beschermkap afgedekt
zijn. Vervang de beschermkap als dat niet
het geval is.
Gevaar voor letsel!
Gebruik het apparaat uitsluitend volgens
de voorschriften in gemonteerde staat. Als
er onderdelen aan de machine ontbreken
(bijv. wielen, standaarden), worden de
voorgeschreven veiligheidsafstanden niet
meer aangehouden, bovendien kan de
machine minder stevig staan.
Inspecteer elke keer vóór de
ingebruikname of de machine in de
staat conform de voorschriften
verkeert!
98
Conform de voorschriften houdt in dat de
machine volledig gemonteerd is, dit
betekent met name:
– bovenstuk van trechter op onderstuk
van trechter gemonteerd,
– toevoer van takken gemonteerd,
– vultrechter op basismachine
gemonteerd,
– wielvoet is compleet gemonteerd,
– beide wielen zijn gemonteerd,
– alle veiligheidsvoorzieningen (o.a.
uitwerpschacht, beschermkap) moeten
aanwezig en in goede staat zijn,
– beide snijeenheden (messenschijven)
zijn gemonteerd,
– alle messen zijn volgens de
voorschriften gemonteerd.
De op het apparaat geïnstalleerde
schakel- en veiligheidsinrichtingen mogen
7.6)
niet worden verwijderd of overbrugd.
Inspecteer beide messenschijven visueel
op beschadigingen en vervorming en
vervang deze indien nodig.
4.6 Tijdens het werken
Werk niet met het apparaat bij regen,
onweer en met name niet bij
blikseminslaggevaar.
Bij een vochtige ondergrond is er meer
gevaar voor letsel, omdat de gebruiker
minder stabiel staat.
Om uitglijden te voorkomen moet er
Werk nooit als er zich dieren of
personen, in het bijzonder
kinderen, binnen het gevaarlijke
gebied bevinden.
bijzonder voorzichtig worden gewerkt.
Indien mogelijk het apparaat niet op een
vochtige ondergrond gebruiken.
Werk alleen bij daglicht of bij goede
kunstverlichting.
Het werkgebied moet tijdens de gehele
duur van de werkzaamheden schoon en in
orde worden gehouden. Verwijder
voorwerpen met struikelgevaar, zoals
stenen, takken, kabels enz.
De standplaats van de gebruiker mag niet
hoger dan de standplaats van het
apparaat zijn.
Starten:
Voor het starten het apparaat in een
stabiele stand brengen en rechtop
neerzetten. Het apparaat mag in geen
geval liggend in gebruik worden genomen.
Start het apparaat voorzichtig, volgens de
aanwijzingen in het hoofdstuk "Apparaat in
gebruik nemen". (
10.5)
Blijf bij het starten van de
verbrandingsmotor of het inschakelen van
de elektromotor uit de buurt van de
uitwerpopening. Er mag geen
hakselmateriaal in de tuinhakselaar
aanwezig zijn als deze wordt gestart of
ingeschakeld. Hakselmateriaal kan eruit
worden geslingerd en letsel veroorzaken.
Bij het starten mag het apparaat niet
worden gekanteld.
Herhaaldelijke inschakelingen binnen
korte tijd, met name "spelen" met de
aan- / uit-schakelaar, dienen te worden
vermeden.
Gevaar voor oververhitting van de
elektromotor!
De door dit apparaat veroorzaakte
spanningsschommelingen bij het starten
kunnen bij ongunstige omstandigheden op
0478 201 9916 A - NL