Nederlands
STANDAARD TOEBEHOREN
1 Kruiskopdrijver (Nr.2 × 50L) .......... 1
WH10DCL
2 Batterij (BCL1015) .............................. 2
(2LCSK)
3 Acculader (UC10SFL) ............................. 1
4 Plastic doos ........................................ 1
1 Kruiskopdrijver (Nr.2 × 50L) .......... 1
2 Batterij (BCL1015) .............................. 1
WH10DCL
3 Acculader (UC10SFL) ............................. 1
(LCSK)
4 Plastic doos ........................................ 1
WH10DCL
Zonder kruiskopdrijver, batterij,
(NN)
acculader en plastic doos.
De standaard toebehoren kunnen zonder nadere
aankondiging gewijzigd worden.
EXTRA TOEBEHOREN (los verkrijgbaar)
1. Batterij (BCL1015)
De extra toebehoren kunnen zonder nadere
aankondiging gewijzigd worden.
TOEPASSINGEN
Indraaien en uitdraaien van machineschroeven,
houtschroeven, tapbouten, etc.
INLEGGEN EN UITNEMEN VAN DE BATTERIJ
1. Verwijderen van de batterij
Houd de handgreep goed vast en druk tegen de
accvergrendeling om de batterij te verwijderen (Zie
Afb. 1 en 2).
LET OP:
Sluit de batterij nooit kort.
2. Aanbrengen van de batterij
Plaats de batterij met de polen juist aangebracht
(zie Afb. 2).
OPLADEN
Voor het gebruik van de boor-schroefamachine e.d.
dient de batterij als volgt opgeladen te worden.
1. Sluit het snoer van de oplader aan op een
stopkontakt
2. Steek de accu in de oplader
Plaats de accu zo dat het naamplaatje tegenover
het naamplaatje van de oplader komt te liggen.
Druk de batterij in tot u voelt dat deze kontakt maakt
met de bodemplaat (Zie Afb. 3).
Door een batterij te plaatsen zet u de oplader aan
(het controlelampje gaat branden).
31
VOORZICHTIG
Als het kontrolelampje niet oplicht, trek dan het
netsnoer uit het stopkontakt en kontroleer de
montagerichting van de accu.
Wanneer de accu volledig opgeladen is, gaat het
kontrolelampje uit.
VOORZICHTIG
Indien de batterij door bijvoorbeeld direct zonlicht
warm is geworden, gaat het controlelampje bij
het opladen mogelijk niet branden. Laat de
batterij in dit geval eerst afkoelen, voordat u op
gaat laden.
Tijd die benodigd is voor het opladen
Tabel 1 geeft de oplaadtijd voor de verschillende
typen batterijen.
Tabel 1 Oplaadtijd (bij benadering in minuten) bij 20°
Capaciteit van accu (Ah)
BCL1015
OPMERKING: De oplaadtijd kan ietwat variëren, al naar
gelang de omgevingstemperatuur.
3. Trek de stekker van het oplaadapparaat uit het
stopkontakt.
4. Houd het oplaadapparaat stevig vast en trek de
batterij er uit.
OPMERKING
Verwijder beslist de accu van de lader na gebruik.
Bewaar op een veilige plaats.
Om langdurig gebruik van de batterij te bevorderen
(1) Laad batterij op vóórdat ze volledig uitgeput zijn.
Merkt u dat de gevoede apparatuur minder krachtig
gaat werken, onderbreek dan het gebruik en laad
de batterij op. Als u apparatuur op batterijvoeding
te lang blijft gebruiken, kan dit leiden tot teruglopen
van de batterijwerking en eventueel zelfs
beschadiging ervan.
(2) Verricht het opladen niet bij hoge temperatuur.
Een oplaadbare batterij zal onmiddellijk na gebruik
gewoonlijk erg warm zijn. Als u een dergelijke batterij
onmiddellijk gaat opladen, zal de chemische balans
in het inwendige verstord worden en zal de
levensduur van de batterij afnemen. Laat de batterij
daarom even afkoelen, voor u met opladen begint.
LET OP:
Wanneer de batterijlader voortdurend wordt gebruikt
kan de batterijlader oververhitten. Dit kan tot defecten
leiden. Wacht na het laden 15 minuten voordat u
opnieuw een batterij laadt.
Als de batterijlader niet werkt en de batterij juist
geplaatst is dan is het mogelijk dat de batterij of
lader defect is. Breng de lader naar een erkend
servicecentrum.
VOOR HET GEBRUIK
1. Gereedmaken en kontroleren van de werkplaats
Controleer of de werkplaats geschikt is door
nauwkeurig de bovenstaande voorzorgsmaatregelen
op te volgen.
1,5 Ah
40 min.