Batterij Opladen - Fimap Broom Manual De Uso Y Mantenimiento

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 24
kan stromen. Spoel de toevallig aangeraakte vloeistof eventueel met
water. In geval van contact met de ogen moet onmiddellijk een arts
geraadpleegd worden.
Voor een goed onderhoud van de batterijlader moet het volgende
uitgevoerd worden:
• Gebruik het bij het toestel geleverde stroomvoorzieningstoestel
enkel om de bijgeleverde batterij, of diegene die werd geleverd
door een gespecialiseerde technicus, op te laden. Ander batterijen
zouden kunnen ontploffen, en dus letsels aan personen of
materiële schade veroorzaken.
• De spanning die wordt aangeduid op het plaatje in de batterijlader
moet overeenstemmen met de netspanning.
• Gebruik de batterijlader niet in omgevingen waar explosiegevaar
heerst.
• De contacten van de batterijlader mogen geen metalen delen raken
zodat het risico voor kortsluitingen wordt vermeden.
• Probeer nooit om batterijen op te laden die niet kunnen opgeladen
worden.
• Voordat de batterijlader en de batterij wordt gebruikt, moet
gecontroleerd worden dat ze niet zijn beschadigd. Stel geen
beschadigd toestel in werking, en laat de defecte delen enkel
De batterij moet opgeladen worden voordat het toestel de eerste keer
wordt gebruikt, en wanneer onvoldoende vermogen wordt geleverd
om werkzaamheden uit te voeren die eerder gemakkelijk konden
uitgevoerd worden. Handel als volgt om de batterij op te laden:
• Breng het toestel naar de plaats waar de batterij wordt opgeladen.
• Als het toestel in werking is, moet het uitgeschakeld worden door
op de hoofdschakelaar (1) te handelen (Afb. 1).
• Blokkeer de handgreep voor de bediening in de verticale positie.
• Verwijder de batterij (2) uit het huis van het toestel. Draai de
blokkeerhendel (3) in de richting die wordt aangeduid door de pijl
(Afb. 2). Haal de batterij langs boven uit het huis van het toestel.
Opgelet: Het lokaal waar de batterijen worden opgeladen,
moet goed geventileerd zijn zodat gasophopingen worden
vermeden die uit de batterijen komen.
Opgelet: tijdens deze handeling mag u uw voet niet op het toestel
doen steunen.
• Plaats de batterij (2) in het huis (4) in de batterijlader, en
positioneer de polen (5) in de batterij op correcte wijze (Afb. 3).
• Stop de stekker (6) van de stroomkabel van de batterijlader in het
stopcontact (7) van de basis van de batterijlader.
Opgelet: de batterij kan in slechts één zin in het
stroomvoorzieningstoestel geplaatst worden; forceer dus niet.
Opgelet: voordat de stekker (6) in het stopcontact (7) wordt
geplaatst, moet gecontroleerd worden dat geen vuil (stof, condens
of andere types van vloeistof) aanwezig is in de ruimte die de batterij
zal bevatten.
• Stop de stekker (8) van de stroomkabel van de batterijlader in het
stopcontact (9) van het stroomnet.
• Zodra de stekker van de stroomkabel correct wordt geplaatst, zal
de rode led (10) oplichten tot de batterij helemaal is opgeladen.
OFF
1
1

BATTERIJ OPLADEN

3
2
2
herstellen door het personeel van een technisch assistentiecentrum.
• Laat defecte stroomdraden onmiddellijk herstellen.
• Zorg er voor dat het stroomvoorzieningstoestel niet nat of vuil kan
worden.
• Maak het stroomvoorzieningstoestel niet open.
• Sluit het stroomvoorzieningstoestel niet aan op sondes.
• De batterijen moet schoon en droog zijn wanneer ze in de
batterijlader worden geplaatst.
Opgelet: de batterijlader mag enkel op overdekte plaatsen
gebruikt worden.
Opgelet: lees de handleiding aandachtig door voordat het
toestel wordt gebruikt of eender welke onderhoudshandeling
wordt uitgevoerd.
Opgelet: wanneer de batterij niet correct wordt behandeld,
kan ze ontploffen en zuur gaan lekken. Het zuur kan
brandwonden en letsels aan personen veroorzaken.
Opgelet: wanneer de batterij leeg of beschadigd is, moet ze
ingezameld worden volgens de wetsbepalingen van het land
waar het toestel wordt gebruikt.
Opgelet: de batterijlader mag enkel op overdekte plaatsen
gebruikt worden.
Opgelet: lees de handleiding aandachtig door voordat het
toestel wordt gebruikt of eender welke onderhoudshandeling
wordt uitgevoerd.
Opgelet: voordat de stekker (8) in het stopcontact (9) wordt
geplaatst, moet gecontroleerd worden dat de kenmerken van
het stroomnet overeenstemmen met diegenen van de
batterijlader.
Opgelet:
controleer wanneer de stekker (8) van het
stroomvoorzieningstoestel van de batterijlader in het stopcontact (9)
wordt geplaatst, dat de groene led (11) van de batterijlader oplicht.
Wanneer de groene led oplicht, wordt het circuit van de batterijlader
correct gevoed.
• De eerste oplaadcyclus van de batterij moet minstens 16-18 uur
duren.
• Nadat de batterij helemaal is opgeladen, moet de stekker (8) van
de stroomkabel van de batterijlader uit het stopcontact (9) gehaald
worden.
• Verwijder de batterij (2) uit het huis van de basis van de
batterijlader. Draai de blokkeerhendel (3) in de richting die wordt
aangeduid door de pijl. Haal de batterij langs boven uit het huis
van het toestel.
Opgelet: tijdens de fase van het opladen kan het zijn dat de
batterij oververhit; dit is een normaal verschijnsel en
veroorzaakt dus geen problemen aan de batterij zelf.
Opgelet: als de batterij, die in dit toestel wordt gebruikt, wordt
overvoed, kan gevaar voor brand, ontploffingen en
brandwonden door zuren veroorzaakt worden.
3
5
2
4
3
11
98
9
7
6
8
4
10

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido