NL
De optische waarschuwingsapparaten (flitslampen)
van Hella zijn officieel gehomologeerd volgens de
geldigheidsregels van ECE - R65. Ze moeten op het
hoogste punt van het voertuig worden gemonteerd en bij
een normaal belast voertuig haaks op het wegdek staan.
De flitslampen van Hella zijn voorzien van een systeem
ter onderdrukking van radiostoringen en zijn conform aan
de norm VDE 0879 Deel 2. Ze hebben een EEG-
homologatie volgens de richtlijn EEG 72/245 met wijziging
richtlijn EEG 95/54.
Flitslampen met blauwe doorschijnende stolp: voor de
gebruikers die het recht hebben ze te gebruiken, zoals
politie, brandweer, wegenhulp bij ongevallen,
ziekenwagens, enz.
Flitslampen met gele doorschijnende stolp: voor
voertuigen van de openbare wegonderhoudsdienst,
mobiele autokranen, extra lange of extra brede
voertuigen, enz.
Waarschuwing voor gespecialiseerd en bevoegd
personeel en werkplaats: verbreek, in geval van
defecten in het hoogspanning apparaat, de aansluiting
van de bedrijfsstroom en wacht vervolgens nog minstens
een minuut, voordat u het apparaat opent.
Flitslamp F
Boor de gaten voor de bevestiging van de lamp en een
gat voor de kabel volgens het boringsmodel. De rubberen
afdichtingsring kan als boormodel gebruikt worden.
Verwijder de dichting uit hun boringen op de rand van de
flitslamp om de bevestigingspunten vrij te maken. De
dichting zit vast aan de lamp en kan dus niet verloren
gaan. Trek de dichting niet los!
Elektriciteitsaansluiting (positieve leiding beveiligd
door zekering)
a) Kontaktvlak van zekering in het apparaat conform aan
DIN 41571
b) De draad komende van de zekering (10A) gaat van de
schakelaar of van de schakelaar van de claxon met
tonenreeks naar de platte vrouwelijke
14