WAARSCHUWING: Controleer of de voedingskabel perfect
intact is en of de elektrische kenmerken van het elektriciteits-
net overeenkomen met de gegevens vermeld op het typepla-
tje met technische gegevens van het verwarmingstoestel.
WAARSCHUWING: Gebruik het verwarmingstoestel nooit
zonder eerst alle componenten correct te hebben gemon-
teerd. Ten behoeve van een goed gebruik, moet het verwar-
mingstoestel aan de wand worden bevestigd met geschikte
bevestigingspluggen. De voor de installatie gebruikte wand
moet geschikt zijn om het gewicht van het verwarmings-
toestel te dragen. GEBRUIK HET VERWARMINGSTOESTEL
NIET OP DE GROND.
►►5.1. INSCHAKELING:
►5.1.1. Steek na het verwarmingstoestel aan de wand te hebben
geïnstalleerd, de stekker van het verwarmingstoestel in het stopcon-
tact (Afb. 4) en zet de algemene voedingsschakelaar op "I / ON". Op
het display wordt de omgevingstemperatuur weergegeven.
►5.1.2. Schakel het verwarmingstoestel in met de knop "ON / OFF"
van de omgevingsthermostaat op afstand en selecteer, met de pijl-
toetsen "↑↓", de gewenste werkwijze. De volgende werkwijzen zijn
mogelijk:
• PROGRAM 1: Handmatig programma (verwarming en ventilatie)
(Afb. 5).
• PROGRAM 2: Automatisch verwarmingsprogramma (verwarming
ECO) (Afb. 6).
• PROGRAM 3: Geavanceerd programma, alleen voor gekwalifi-
ceerd personeel.
• PROGRAM 4: Geavanceerd programma, alleen voor gekwalifi-
ceerd personeel.
Tijdens het gebruik blokkeert de omgevingsthermostaat op afstand
automatisch het toetsenbord. Om het toetsenbord van de omge-
vingsthermostaat op afstand te deblokkeren, moet u gelijktijdig op
de pijltoetsen "↑↓" drukken.
AANDACHT: EEN REEKS SENSOREN CONTROLEREN DE
CORRECTE WERKING VAN HET VERWARMINGSTOESTEL
EN BLOKKEREN HET TOESTEL IN GEVAL ER ZICH EEN ERN-
STIGE STORING VOORDOET. DE WERKING VAN HET VER-
WARMINGSTOESTEL WORDT NIET AUTOMATISCH HERVAT,
MAAR MOET HANDMATIG WORDEN UITGEVOERD. WACHT
TOT HET VERWARMINGSTOESTEL VOLLEDIG IS AFGE-
KOELD, NEEM DE MOGELIJKE OORZAAK WEG DIE TOT DE
►►8. PROBLEMEN VASTSTELLEN
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAAK
Het verwar-
1. Algemene voedingsschakelaar op
mingstoestel
stand "0 / OFF"
werkt niet
2. Foutieve instelling van de
omgevingsthermostaat op afstand
3. Geen voeding
4. Verwarmingstoestel geblokkeerd
De motor
1. Motor defect
werkt niet
2. Ventilator geblokkeerd
Het verwar-
1. Omgevingsthermostaat op afstand
mingstoestel
ingesteld op "VENTILATIE"
verwarmt niet
2. Interne apparatuur defect
Beperkte
1. Luchtinlaat verstopt
luchtstroom
2. Motor defect
BLOKKERING VAN HET VERWARMINGSTOESTEL HEEFT GE-
LEID (VB. AFSLUITING VAN DE LUCHTINLAAT, ONVOLDOEN-
DE LUCHTAANVOER, ENZ.) EN DRUK DE "RESETKNOP"DIE
ZICH BOVENAAN HET VERWARMINGSTOESTEL BEVINDT,
HELEMAAL IN. INDIEN U ER NA ENKELE POGINGEN NIET
IN SLAAGT OM HET VERWARMINGSTOESTEL OPNIEUW IN
WERKING TE STELLEN, MOET U CONTACT OPNEMEN MET
DE TECHNISCHE ASSISTENTIE.
►►5.2. UITSCHAKELING:
►5.2.1. Schakel het verwarmingstoestel uit met de knop "ON /
OFF" van de omgevingsthermostaat op afstand en laat de ventilator
in werking, totdat het verwarmingstoestel helemaal uit is (als het
toetsenbord van de omgevingsthermostaat op afstand geblokkeerd
is, druk dan gelijktijdig op de pijltoetsen "↑↓").
►5.2.2. Haal de stekker van het verwarmingstoestel uit het stop-
contact.
AANDACHT: VERMIJD OM HET VERWARMINGSTOESTEL VAN
HET ELEKTRICITEITSNET LOS TE KOPPELEN VÓÓR DE VENTI-
LATOR STILVALT, DIT OM GROTE SCHADE TE VOORKOMEN.
►►6. OPBERGEN
Koppel het verwarmingstoestel altijd los van het elektriciteitsnet,
wanneer deze lange tijd niet gebruikt wordt. Plaats het toestel in een
droge, stofvrije ruimte. Wanneer het verwarmingstoestel opnieuw
wordt gebruikt, moet u de staat van de voedingskabel controleren;
indien u twijfelt of die in goede staat is gebleven, moet u de techni-
sche assistentie een interventie laten uitvoeren. Laat de technische
dienst in ieder geval de correcte werking van het verwarmingstoe-
stel minstens eenmaal per jaar en/of volgens de noodwendigheden
controleren.
►►7. OMGEVINGSTHERMOSTAAT OP AFSTAND
Voor een correcte werking moet het verwarmingstoestel aangeslo-
ten zijn op het elektriciteitsnet en moet de algemene voedingsscha-
kelaar op de stand "I / ON" staan. Op het moment dat de omgevings-
thermostaat op afstand geactiveerd is, kan het verwarmingstoestel
op ieder moment inschakelen, wanneer de temperatuur onder de
ingestelde temperatuur daalt.
MOGELIJKE OPLOSSING
1. Zet de algemene voedingsschakelaar op "I / ON"
2a. Schakel het verwarmingstoestel in met de knop "ON / OFF" van de
omgevingsthermostaat op afstand en selecteer de gewenste werkwijze
2b. Controleer of de ingestelde temperatuur op de omgevingsthermostaat
op afstand hoger is dan de buitentemperatuur
3a. Steek de stekker correct in het stopcontact
3b. Controleer of uw elektrische installatie correct werkt
3c. Wend u tot de technische dienst
4a. Reset het verwarmingstoestel
4b. Wend u tot de technische dienst
1. Wend u tot de technische dienst
2a. Neem de obstructies weg
2b. Wend u tot de technische dienst
1. Wijzig de instelling van de omgevingsthermostaat op afstand
2. Wend u tot de technische dienst
1a. Neem de obstructies weg
1b. Wend u tot de technische dienst
2. Wend u tot de technische dienst
en
it
de
es
fr
nl
pt
da
fi
no
sv
pl
ru
cs
hu
sl
tr
hr
lt
lv
et
ro
sk
bg
uk
bs
el
zh