DD108
14-12-2007
16:43
6. VARIABELE SNELHEIDSREGELING
Pas lichte druk toe op de trigger om de boor te
starten aan een lage snelheid. Verhoog de druk
op de schakelaar om de snelheid van de boor op
te drijven.
7. DE RICHTING WIJZIGEN VAN DE ROTATIE
Stel de richting de rotatiehefboom in op F (voor-
waarts) en R (achterwaarts) Merk op dat de
richting van de rotatiehefboom vergrendeld is
wanneer de aan-uit schakelaar geactiveerd is.
De achterwaartse of tegen de klok in richting
maakt een toepassing mogelijk voor taken zoals
het losdraaien of verwijderen van schroeven.
OPMERKING: Wijzig de richting niet van de rota-
tie wanneer de boor draait.
8. TORSIE-AANPASSINGEN
Via deze functie kunt u de torsie of vastdraai-
kracht van uw boor/schroevendraaier instellen en
afhankelijk van de toepassing zijn verschillende
niveaus van aandrijfkracht vereist. Bij het
inschroeven van grotere schroefdiameters is een
hogere koppelkracht nodig om de schroef vast te
draaien tot ze goed vast zit. Wanneer de gese-
lecteerde torsiekracht bereikt is, zal de spankop
stoppen met draaien.
OPMERKING: Start altijd met de laagste instel-
ling. Het boorsymbool geeft de hoogste torsiekra-
chtinstelling en wordt gebruikt bij het boren en
het aandraaien van grotere schroeven.
9. ONDERHOUD
De boor of lader vereisen geen speciaal onder-
houd. Bewaar de boor en lader op een droge pla-
ats waar ze niet worden blootgesteld aan vorst of
direct zonnelicht.
28
Pagina 28
10. WAARSCHUWING
Om te zorgen voor veiligheid en betrouwbaar-
heid, moeten alle reparaties worden uitgevoerd
door een erkend servicecenter of door andere
gekwalificeerde service-organisaties. Gebruik
enkel de aanbevolen batterij en lader. De batterij
kan niet samen worden geplaatst met munten,
metaalwaren zoals schroeven om het kortsluiten
van de batterij te vermijden. De batterij moet weg
worden gehouden van brandbronnen en kan niet
gedurende een langere tijd in een omgeving
methoge temperatuur (zoals zonne-energie, ver-
warmer of een plaats met een temperatuur van
meer dan 50 graden) worden opgeslagen. Laad
bij de aanbevolen laadstroom, overschrijd de
aanbevolen laadtijd niet.
11. BATTERIJ/LADER
1. Voor het eerste gebruik moet de batterij (1)
worden opgeladen. De aanbevolen initiële opla-
adtijd is twaalf uur, voor het eerste gebruik van
de draadloze boor/schroevendraaier. Plaats de
lader op een stevig oppervlak zoals een garage-
vloer, nooit op iets ontvlambaar.
OPMERKING: Schakel altijd over op een nieuwe
batterij wanneer de prestaties van het gereed-
schap beginnen af te nemen. Grote hitte is
destructief voor batterijen, hoe meer hitte gege-
nereerd wordt, hoe sneller de batterij stroom zal
verliezen. Een batterij die heet wordt kan perma-
nente schade oplopen. Overlaad de batterij nooit
door het gereedschap te gebruiken nadat de pre-
staties afnemen. Probeer nooit een batterij te
ontladen door aan de trigger te blijven trekken.
Wanneer de prestaties van het gereedschap
beginnen af te nemen, stop het gereedschap,
herlaad de batterij en gebruik een volledig opge-
laden batterij voor optimale prestaties.
2. Wanneer de batterij na een eerste oplaadbeurt
opnieuw dient opgeladen te worden, moet dit
gebeuren gedurende drie tot vijf uur om op volle
kracht te kunnen werken.
3. Kamertemperatuur voor opladen: 10°C-40°C
(50°F-104°F)
4. Druk de beide knoppen in aan de achterkant
van de batterij en schijf de unit naar beneden om
te verwijderen uit de boor/schroevendraaier.
5. De batterij kan enkel in één positie in de lader-
voet (2) passen, plaats in de ladervoet en plug de
ladervoet in de lader (adapter) (3) en plug de
lader (adapter) in een standaard stopcontact.