Displaybeschrijving
13. Batterij-indicator
14. Hoge emissiegraad
15. Gemiddelde emissiegraad
16. Lage emissiegraad
17. Hold weergave
18. Dauwpunttemperatuur
19. Oppervlaktetemperatuur
20. Waarschuwingssymbool
21. Graden Fahrenheit
22. Graden Celsius
23. Omgevingstemperatuur
24. Relatieve luchtvochtigheid
Apparaat inschakelen
Om het apparaat in te schakelen, drukt u kort op de meettoets. Het apparaat start met de laatst
gebruikte instellingen.
Veiligheid
Denk er bij geopende apparaten aan, dat sommige interne condensatoren ook na
uitschakeling nog levensgevaarlijk spanningspotentiaal kunnen bezitten.
Indien er zich storingen of ongewone situaties voordoen, het apparaat uitschakelen en
ervoor zorgen, dat hij niet meer gebruikt kan worden voordat er een controle heeft
plaatsgevonden.
Infrarood-meettechnologie
Een infraroodthermometer registreert de infraroodstraling die een object uitzendt. De
infrarooddetector registreert de intensiteit van de uitgestraalde infraroodstraling, de interne
microprocessor berekent daaruit de temperatuur. Met deze methode kunnen temperaturen bij
objecten worden geregistreerd zonder een fysieke aanraking. De laserpointer vormt een cirkel en
is daarbij handig om het te meten oppervlak aan te geven.
Voorbereiding
Meet met uw apparaat niet te extreme temperatuurverschillen, de precisie van het apparaat wordt
daardoor beïnvloed.
Voorkom harde klappen of het vallen van het apparaat.
Voorkom dat de opening van de infraroodsensor, de omgevingssensor of van de laserpointer
wordt afgedekt.
86