4
Kalibratie
Auto-Calibration
De automatische kalibratie wordt in de Metal- en AC-SCAN-
meting direct na het inschakelen van het apparaat en bij een
meetmoduswissel uitgevoerd. Tijdens de kalibratie verschijnt
'CAL' op het display. Beweeg het apparaat daarbij niet. Als 'CAL
OK' op het display verschijnt, kunt u met het zoeken beginnen.
Auto-Cal Plus
Zodra een object werd gevonden, wordt in de METAL-SCAN-
meting automatisch weer een kalibratie uitgevoerd. Daardoor
wordt de beperking van meetobjecten en de aanpassing van
het apparaat aan verschillende ondergronden vereenvoudigd.
Handmatige kalibratie
Door het indrukken van de CAL-toets (5) kunt
u het apparaat handmatig kalibreren. Op deze
wijze kunnen metingen opnieuw begonnen
resp. meetobjecten nog exacter beperkt worden.
De maximale apparaatgevoeligheid wordt bereikt als het
apparaat tijdens de kalibratie in de lucht wordt gehouden.
Dit kan op bepaalde punten zinvol zijn bij METAL- en
AC-SCAN-metingen.
Het apparaat en de wand moeten tijdens de kalibratie
!
in de STUD-SCAN-modus en gedurende de complete
meting met elkaar in contact blijven. Ook dient u de
hand aan het apparaat te houden.
5
Meetmodus selecteren
Druk de modustoets (4) kort in.
METAL-SCAN: Opsporen van metaal in alle
niet-metalen materialen
AC-SCAN: Lokaliseren van spanningvoerende kabels direct
onder niet-metalen bekistingen
STUD-SCAN: Herkennen van wand- en dwarsbalken van hout
en metaal in de droogbouw onder niet-metalen bekistingen.
22
NL
METAL- en AC-SCAN-modus
Rood: metaal resp. spanningvoerende
kabel gevonden
STUD-SCAN-Modus
Groen: object gevonden