Nederlands
GEBRUIK VAN DE MACHINE
STARTEN VAN DE MACHINE
Steek de startsleutel in het contact en draai hem in wijzerzin: op de display verschijnen gedurende 3 seconden allemaal
nullen, waarna de spanningswaarde van de accu wordt weergegeven.
In de zitting van de bestuurder bevindt zich een veiligheidsinrichting die de tractie verhindert (vooruit en achteruit)
wanneer de bestuurder rechtstaat.
NOTA: Het gelijktijdig ontsteken van de controlelampjes op de commandobrug en het biepgeluid zijn als normaal te
beschouwen.
LET OP: De "DP" uitvoering is uitgerust met een DIESEL motor. Tijdens de werking, met motor met elektrische
tractie, blijft het controlelampje " S " (OIL ALARM) branden. Dit is normaal.
Als u de machine hebt uitgezet, wacht u minstens 3 seconden vóór u de hem opnieuw aanzet.
Controleer de staat van de accu's op de display.
De display heeft twee functies: Voltmeter en Klok.
De voltmeter is voorzien van een blokkeerfunctie in gevallen van onderspanning, die alle functies automatisch
uitschakelt, uitgezonderd de tractie, wanneer de accuspanning onder 20,3V zakt .
In dergelijk geval laadt u de accu op (Zie het hoofdstuk relatief aan het onderhoud en de gebruikshandleiding van de
accu).
Als de accu's voldoende opgeladen zijn, kan het werk worden aangevat.
Als de machine uitgerust is met een endothermische motor, start u eerst de motor zelf.
START/STOP VAN DE BENZINE/DIESELMOTOR
Om de endothermische motor te starten duwt u het hendeltje N in de stand START (zie
bedieningspaneel); het hendeltje komt automatisch terug.
NB als de motor, om welke reden ook, niet onmiddellijk in gang schiet, mag de maximale
opwekkingstijd van de hulpstartmotor niet langer dan 5 sec. zijn voor de verbrandingsmotor
en 15 sec. voor de dieselmotor. Deze opwekkingsintervallen kunnen worden herhaald indien
ze worden afgewisseld met korte rustpauzes (circa 8 – 10 sec.).
Om de motor stil te leggen brengt u de hendel " N " in de OFF-stand.
LET OP: Het controlelampje " S " (OIL ALARM) gaat branden wanneer de ontsteking
ingeschakeld wordt. Wanneer de motor loopt, moet het controlelampje uitgaan. Als het niet
uitgaat, of tijdens het lopen gaat branden, dient men te stoppen en de motor uit te doen.
Controleer het oliepeil.
Iedere keer dat de machine met verbrandingsmotor werkt, dient u zich ervan te verzekeren dat de koelventilator
loopt. De wisselstroomgenerator is voorzien van een bescherming tegen oververhitting, die de machine in geval
van oververhitting stopt.
Het aantal werkuren van de machine is af te lezen op het display, onder de spanningswaarde van de accu.
Draai de startsleutel op " O " om de machine in te schakelen en kies via de hendel op het
bedieningspaneel, aangeduid met de letter " P ", de voor- of achteruitversnelling. Trap vervolgens op
het gaspedaal en de machine begint te lopen. De machine is voor de vooringestelde werkfuncties
voorzien van een automatisch start- en stopsysteem, "AUTO-POWER-ON/AUTO-POWER-OFF".
Door één van de drie programma's P1 of P2 of P3 te kiezen, worden de volgende functies tijdelijk
ingeschakeld: middelste borstel, zuiger, zijborstels. Tegelijkertijd gaan de leds van het gekozen zuig-
en werkprogramma van de borstels branden.
Na enkele seconden stoppen de functies en beginnen de drie leds te knipperen: de veegmachine
bevindt zich op de functie AUTO-POWER-OFF.
Alle functies beginnen automatisch weer te werken, zodra de gebruiker het gaspedaal indrukt: AUTO-
POWER-ON.
De machine is voorzien van een noodstopknop.
Door op de knop ( rood controlelampje brandt ) te drukken, worden alle functies onmiddellijk gestopt,
ook de werking van de verbrandingsmotor. Om de machine weer in te schakelen, drukt u opnieuw op
de rode knop en schakelt vervolgens alle gewenste handelingen in.
OPMERKING: Door het gaspedaal los te laten of hendel P in zijn vrij te zetten, worden alle functies,
behalve de explosiemotor, binnen ongeveer 6 seconden automatisch gestopt (AUTO POWER OFF).
In deze toestand beginnen de controlelampjes te knipperen, die bij het voorgekozen programma en de zuigmotor horen.
Om de functies weer in te schakelen, hoeft u de machine maar naar voren te plaatsen door het gaspedaal in te drukken,
zonder het reeds gekozen programma te hebben uitgeschakeld (AUTO-POWER-ON ).
Er kan pas een nieuw programma worden geselecteerd na het voorgaande te hebben gedeselecteerd
5