M
-
ontage
instructies voor het verbranDingsluchtsysteeM
HWAM 2630/HWAM 2640
1. Til de losse onderdelen (A1) van de bovenplaat en de bovenplaat (A2) van de houtkachel.
2. Draai de 2 schroeven (A3) eruit en til de achterplaat (A4) van de houtkachel.
3. Demonteer de linker- en rechterkant (A5) door de 2 schroeven (A6) aan beide kanten bovenaan
los te draaien.
4. Bij een verseluchtaansluiting aan de achterkant van de houtkachel – bovenste verselucht-
opening – (A7): Schroef het verbindingsstuk (C1) vast aan de buitenkant van de kap (D1) van de
automatische cassette met de 3 bijgeleverde schroeven en schroef de afdekplaat (E1) zodanig vast
dat deze het gat onder de verbrandingskamer (F1) afsluit.
Bij een verseluchtaansluiting aan de achterkant van de houtkachel – onderste verselucht-
opening – (A8): Schroef het verbindingsstuk (C1) op het gat in de luchtkast onder de verbran-
dingskamer (F1) met de 3 bijgeleverde schroeven en schroef de afdekplaat (E1) vast aan de
buitenkant van de kap (D1) van de automatische cassette.
Bij een verseluchtaansluiting in de bodem van de houtkachel (F2): Schroef het verbindings-
stuk (C1) op het gat onder de verbrandingskamer (F1) met de 3 bijgeleverde schroeven en
schroef de afdekplaat (E1) vast aan de buitenkant van de kap (D1) van de automatische cassette.
5. Voer de hefdraad (A11) door het gat (D2) in de deksel van de automatische cassette. Schroef ver-
volgens de kap (D1) van de automatische cassette vast op de automatische cassette (A9). Schroef
de kap links en rechts (A10) vast met 2 bijgeleverde schroeven.
6. Leid het gat in de afdichtingsplaat (D3) over de hefdraad (A11) naar beneden en plaats de afdich-
tingsplaat zodanig dat deze het gat (D2) in de kap afsluit.
7. Plaats de flexslang (B4) op het verbindingsstuk (C1) en zet deze vast met de spanband (B5). Vergeet
niet de isolatiekous (B6) over de flexslang te trekken en de isolatiekous vast te zetten met een
kabelbinder (B7). Bij montage aan de achterkant door de onderste verseluchtopening (A8) moet
een hoek van ca. 30 graden van de isolatiekous (B8) worden afgesneden voor een nettere montage.
8. Bij een verseluchtaansluiting aan de achterkant van de houtkachel – bovenste verselucht-
opening – (A7): Midden op de achterplaat (A4) bevindt zich een met laser gemarkeerde afdek-
plaat (A7). Deze afdekplaat moet worden uitgeknipt met een kniptang. (G1) (UITSLUITEND als
de houtkachel wordt voorzien van een verseluchtaansluiting door de bovenste verseluchtopening
– A7).
Bij een verseluchtaansluiting aan de achterkant van de houtkachel – onderste verselucht-
opening – (A8): Aan de achterkant van de houtkachel zit aan de onderkant een lasergesneden
deksel (A8). Deze afdekplaat moet worden uitgeknipt met een kniptang. (UITSLUITEND als de
houtkachel wordt voorzien van een verseluchtaansluiting door de onderste verseluchtopening –
A8).
Bij een verseluchtaansluiting door de bodem van de houtkachel (F2): Onder de houtkachel
zit een lasergesneden deksel (F2). Breek dit deksel weg (UITSLUITEND als de houtkachel wordt
voorzien van een verseluchtaansluiting door de bodem).
9. Monteer de achterplaat op de houtkachel.
10. Schroef de zijkanten weer vast op de houtkachel. Plaats de bovenplaat en de losse onderdelen van
de bovenplaat weer op de houtkachel.
21
n
eDerlanDs