INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ........................................................31
2. ALGEMENE INFORMATIE ...................................................................31
3. GARANTIE ...........................................................................................31
5. DEFINITIES ..........................................................................................32
6. SYMBOLEN ..........................................................................................32
11. UITPAKKEN ..........................................................................................32
14. INSTALLATIE ........................................................................................32
20.
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
OPGELET! Wanneer elektrische apparatuur wordt gebruikt, moeten altijd
de basis veiligheidsvoorschriften gevolgd worden om het risico voor brand,
elektrische schokken en persoonlijke letsels te vermijden. Lees deze
aanwijzingen helemaal door voordat met dit product wordt gewerkt, en bewaar
ze voor toekomstige raadpleging.
Verwijder de stekker voordat eender welke afstelling, assistentie of onderhoud
wordt uitgevoerd.
1. Houd het werkgebied proper
- In wanordelijke werkgebieden komen vaker ongevallen voor.
2. Houd rekening met het wekgebied
- Stel het apparaat niet bloot aan regen.
- Gebruik het apparaat niet op vochtige of natte plaatsen.
- Zorg er voor dat het werkgebied goed is verlicht.
- Gebruik het apparaat niet wanneer ontvlambare vloeistoffen of gassen aan-
wezig zijn.
3. Bescherming tegen elektrische schokken
- Vermijd contact van het lichaam met oppervlakken met aardaansluiting (bijv.
leidingen, radiatoren, fornuizen, koelkasten).
4. Houd andere personen uit de buurt
- Zorg er voor dat andere personen, en vooral kinderen, die niet zijn betrokken
bij de werkzaamheden, het apparaat of de verlengkabel aanraken, en houd ze
uit de buurt van de werkzone.
5. Berg het apparaat op wanneer het niet wordt gebruikt
- Wanneer het apparaat niet wordt gebruikt, moet het bewaard worden op een
droge palats die moet afgesloten worden met een sleutel, buiten het bereik van
kinderen.
6. Forceer het apparaat niet
- Het apparaat zal beter en veiliger werken aan de voorziene snelheid.
7. Gebruik het apparaat op correcte manier
- Forceer een klein apparaat niet om het de werkzaamheden van een zwaarder
apparaat te laten uitvoeren.
- Gebruik de gereedschappen niet voor onvoorziene doelstellingen; gebruik
bijvoorbeeld geen cirkelzagen om een dikke tak of een boomstam door te zagen.
8. Draag geschikte kleding
- NDraag geen wijde kleding of sieraden die zouden kunnen vastraken in de
bewegende delen.
NL
- Draag veiligheidsschoenen met antislipzool wanneer buiten wordt gewerkt.
- Lang haar moet opgestoken worden of in een haarnetje gestopt worden.
9. Draag beschermingsmiddelen
- Draag een bril en handschoenen.
- Draag een gelaatsmasker of een stofmasker als de bewerkingen stofvorming
veroorzaken.
10. Sluit zuigsystemen aan
- Als het instrument is voorzien voor de aansluiting van een stofzuigsysteem moet
gecontroleerd worden dat het correct is aangesloten en correct wordt gebruikt.
11. Behandel de kabel op correcte wijze
- Trek niet aan de kabel om de stekker uit het stopcontact te halen. Houd de kabel
uit de buurt van warmtebronnen, olie en scherpe kanten.
12. Werk op veilige manier
- Gebruik klemmen of een klem tijdens de werkzaamheden. Dit is veiliger voor
de handen.
13. Verlies uw evenwicht niet
- Houd op elk ogenblik een veilige positie aan, in evenwicht.
14. Bewaar het apparaat zorgvuldig
- Houd snijgereedschappen scherp en schoon, zodat een beter rendement wordt
verkregen.
- Volg de aanwijzingen voor de smering en de vervanging van de accessoires.
- Controleer regelmatig de kabels van het apparaat, en, indien beschadigd, moet
het vervangen worden door een gespecialiseerde technicus.
- Controleer regelmatig de verlengkabels, en vervang ze indien noodzakelijk.
- Houd de grepen droog, schoon en vrij van oliën en vet.
15. Koppel het apparaat los
- Wanneer het niet wordt gebruikt, vóór het onderhoud en tijdens de vervanging
van de accessoires zoals zaagbladen, boorpunten en frezen, moet het apparaat
losgekoppeld worden van het stroomnet.
16. Verwijder de stelsleutels
- Controleer of de stelsleutels van het apparaat worden verwijderd voordat het
wordt ingeschakeld.
17. Vermijd onvrijwillig contact
- Controleer of de schakelaar op "off" is geplaatst wanneer het apparaat wordt
aangesloten.
18. Gebruik verlengkabels buiten
- Wanneer het apparaat buiten wordt gebruikt, mogen enkel verlengkabels gebruikt
worden die daarvoor zijn bestemd en voorzien zijn van de relatieve makering.
19. Wees altijd voorzichtig
- Controleer altijd wat u aan het uitvoeren bent, gebruik uw gezond verstand, en
schakel het apparaat niet in wanneer u vermoeid bent.
20. Controleer beschadigde delen
- Voordat het apparaat verder wordt gebruikt, moet het aandachtig gecontroleerd
worden om te bepalen of het correct werkt en de voorziene functie uitvoert.
- Controleer de uitlijning van de beweegbare delen, het eventueel vastlopen van
de beweegbare delen en de breuk van de componenten, de montage en alle
andere condities die de werking kunnen beïnvloeden.
- De bescherming van de slijpsteen en andere beschadigde delen moeten hersteld
of vervangen worden door een gespecialseerde technicus indien niet anders
wordt aangeduid in deze gebruiksaanwijzing.
- Laat defecte schakelaars vervangen door een gespecialiseerde technicus.
- Gebruik het apparaat niet als de schakelaar niet correct functioneert.
21. Opgelet
- Het gebruik van eender welk ander accessoire dan wordt aanbevolen in deze
gebruiksaanwijzing kan risico op persoonlijke letsels veroorzaken.
22. Laat het apparaat herstellen door een gespecialiseerde technicus.
- Dit elektrische apparaat is in overeenstemming met de geldende
veiligheidsnormen. De herstellingen mogen enkel uitgevoerd worden door
gespecialiseerde technici, die originele reserveonderdelen moeten gebruiken;
anders kan de gebruiker blootgesteld worden aan ernstig gevaar.
23. Opgelet
- Stop het draaien van de slijpsteen nooit met uw handen, ook niet als u de motor
uitgeschakeld heeft.
2. ALGEMENE INFORMATIE
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die te wijten is aan:
- veronachtzaming van datgene wat in de gebruiksaanwijzing staat;
- gebruik van de machine voor andere doeleinden dan in de paragraaf
"GEBRUIKSBESTEMMING" vermeld is;
- gebruik in strijd met de voorschriften op het gebied van de veiligheid en de preventie
van arbeidsongevallen;
- onjuiste installatie;
- nalatigheden bij het voorgeschreven onderhoud;
- veranderingen of werkzaamheden waar de fabrikant geen toestemming voor heeft
gegeven;
- gebruik van niet originele of niet geschikte reserveonderdelen;
- reparaties die niet uitgevoerd zijn door een vakman.
3. GARANTIE
De geldigheid van de garantie op het product is zoals erkend in het land van
verkoop. De aanspraak op garantie is alleen geldig indien vergezeld van een
kopie van het aankoopbewijs (rekening of kassabon) en van de verpakking van
het product (mogelijkerwijs intact).
De garantie is ongeldig indien:
a) er met de machine is geknoeid;
b) de machine niet zoals voorgeschreven in deze gebruiksaanwijzing is gebruikt;
c) op de machine geen originele en/of niet door de fabrikant goedgekeurde onderdelen,
gereedschappen of slijpstenen zijn gemonteerd;
d) de machine op een stroomnet op een andere spanning of een andere frequentie
dan die op het typeplaatje van de machine vermeld is, is aangesloten.
31