Rechts op het scherm van de interface van de scannerdriver, de instellingen naar wens aanpassen zoals
aangegeven in de volgende tabel:
Scannerdriver:
Standaard
Aangepast
SCANNEN VAN EEN ORIGINEEL VANAF HET BEDIENINGSPANEEL VAN DE PRINTER
1
Leg het document of de foto met de te scannen zijde naar onder op de glasplaat, in lijn met de linker
bovenhoek van de glasplaat.
2
Druk op de Scantoets op het bedieningspaneel van de printer. Er wordt een venster met de volgende tools
van de Toolbox weergegeven: Scannen naar bestand, Scannen naar toepassing, Scannen naar email en
Scannen naar fax. Selecteer de bestemming van de te scannen afbeelding door op het pictogram van de
overeenkomstige tool te klikken.
Het scherm van de gebruikersinterface van de scannerdriver wordt weergegeven met een afdrukvoorbeeld
in lage resolutie van het document of de afbeelding links op het scherm. Sluit de bewerking af via het
weergegeven dialoogvenster.
18
SNELLE VERWIJZINGSIDS
kunt u:
•
De samenstelling van het te scannen document bepalen: alleen zwarte tekst
of grafiek, een combinatie van zwarte tekst, kleurengrafiek of foto's, of
alleen foto's.
•
Instellen of de scan met volle kleuren, in grijstinten of in Z/W moet worden
uitgevoerd.
•
De scanresolutie selecteren.
•
Het aantal afzonderlijke kleuren die kunnen worden weergegeven in aantal
bits selecteren (Kleurdiepte).
•
De te scannen afbeelding lichter of donkerder maken, het contrast verhogen
of verlagen.
•
Een filter activeren voor het egaliseren van de achtergrond van de
afbeelding, bijvoorbeeld bij het scannen van krantenpagina's.