NL
2.3. Elektrische aansluiting
Haal voor de elektrische aansluiting bij afgezette motor de massakabel (-) uit de accu.
Sluit de massakabel (-) na de aansluitwerkzaamheden weer op de accu aan en voer een functietest uit.
1. Flitskoplampaansluiting
Voor de flitskoplampen mogen alleen de aangesloten, spanningsvoerende kabels worden gebruikt.
Het gebruik van langere kabels beïnvloedt de werking.
Sluit de kabels aan overeenkomstig het elektrische schema (zie pagina 11).
Bevestig de gemonteerde kabels met behulp van kabelbinders (niet bij de levering inbegrepen) duurzaam en
veilig in het voertuig.
Voorkom bij het monteren van de verbindingskabel tussen de koplamp en de voeding sterke buigingen
(radius ≤ 20 mm) en verdraaiing van de kabel van meer dan 90°.
2. Aansluiting van de voedingsspanning
De voedingskabel is bij de levering inbegrepen.
Sluit de kabel overeenkomstig de afbeelding aan (zie pagina 12).
De aansluitdoorsnede van de kabel dient min. 1,5 mm2 (AWG16) te bedragen.
62