Verandering van de draairichting
(normale draairichting „rechtsom")
De draairichting van de gereedschapsas wordt met de
draairichtingomschakelaar (3) veranderd.
R = rechtsom
L = linksom
Belangrijk! Druk de draairichtingomschakelaar 9 door
tot aan de aanslag op het huis, dus tot de schakelaar
merkbaar vastklikt.
De draairichtingomschakelaar is eenvoudig te bedienen,
wanneer u deze met duim en wijs- c.q. middelvinger aan
beide kanten aanraakt.
Opgelet!
Verandering van de draairichting alleen met stilstaande
machine!
Het slagboormechanisme bij gebruik van de machine
als schroevedraaier beslist uitschakelen. Het omscha-
kelen geschiedt door de schakelaar (5).
De draairichtingomschakelaar voorkomt in de middel-
ste stand LOCK het per ongeluk indrukken van de dub-
belfase-schakelaar (1), b.v. tijdens het wisselen van het
gereedschap of tijdens de montage/demontage van de
boorhouder.
Klopboorinrichting
De machine heeft een vast ingebouwd klopwerk en is om
te schakelen van boren naar klopboren. Door aanraking
van de schakelaar (5) kan gedurende het werken naar
keuze van boren naar klopboren, of omgekeerd, gescha-
keld worden.
Stand boren
Schakelschuif (5) naar links in de richting boren drukken.
Stand klopboren
Schakelschuif (5) naar rechts in de richting kloppen drukken.
Mechanische twee-standen-schakeling
Het omschakelen geschiedt door draaien van de draaiknop
(6) op de bovenkant van de machine.
Stand 1 = machine loopt langzaam
Stand 2 = machine loopt snel
De twee-standen-schakeling levert voordelen op tijdens het
boren en klopboren met kleine boordiameters tot ca. 8 mm.
Aandrijving = schakelstand 2. Bij grote boordiameters en bij
roerwerkzaamheden aandrijving = schakeltstand 1.
De in de omschakeling van de aandrijving geïntegreerde
LOCK-functie – Draaiknop (6) in stand LOCK – is gunstig
tijdens de montage en demontage van de boorhouder. De
LOCK-stand vergemakkelijkt ook het wisselen van het
gereedschap zonder sleutel bij gebruik van een snelspan-
boorhouder en maakt maximale spankracht tijdens het
vastzetten van het gereedschap mogelijk.
Veiligheids-slipkoppeling
De slipkoppeling treedt in werking, zodra het in de ma-
chine vastgezette gereedschap overbelast, plotseling afge-
remd of vastgeklemd wordt. Terwijl motor en aandrijving
doordraaien, blijft het gereedschap stilstaan. Motor en
aandrijving zijn tegen overbelasting beschermd, een plot-
selinge belasting van de tandwielen is uitgesloten.
Snelspanboorhouder
Deze boorhouder is speciaal voor klopboormachines ont-
wikkeld.
De boorhouder heeft een speciale openingsvergrendeling
die een ongewild losraken van de boor verhindert.
Op gebruikelijke wijze spannen door de huls gewoon tot aan
de aanslag te draaien. Een duidelijk hoor- en merkbaar klik-
ken bevestigt de werking van de spankrachtvergrendeling.
Spannen en openen van de boorhouder door vasthou-
den van de borgring.
Schroeven
De schroevedraaierstiften (bits) kunt u direct in de kiembus
van de boor inspannen. Gebruik bij voorkeur kruis-
kopschroeven. Dank zij de zelfcentrering kan er veilig ge-
werkt worden. Let erop, dat ook steeds de passende
schroevedraaierstiften gebruikt worden.
Draadsnijden
De klopboormachine is door de ingebouwde electronica en
draairichtingomschakeling ook geschikt om schroefdraad
te snijden. Het gebruik van machinedraadtappen wordt
aanbevolen. De draadtap wordt in de boorhouder inge-
spannen. De elektronische besturing is zeer gevoelig en
dient dienovereenkomstig te worden bediend om het
afbreken van de draadtap – vooral bij het draadsnijden in
voorgeboorde gaten – te vermijden.
Het benodigde draaimoment kan met de regelknop in de
schakelaar (1) en met behulp van de draaimomentkeuze (4)
ingesteld worden.
Belangrijk! Alleen met lage toerentallen werken tijdens
het draadsnijden.
Belangrijke opmerking voor machines met rechts-
en links draaiend mechanisme.
Montage van de boorhouder:
Opgelet!
Voor de demontage en de montage van de boorhouder
steeds de stekker uit de wand-kontaktdoos trekken of
de vergrendeltoetsen (7) drukken en de netkabel-
module (6) uit de handgreep trekken!
Opgelet!
Voor het demonteren en het opnieuw monteren van de
boorhouder eerst de draairichting-omschakelaar (3) in de
LOCK-stand schakelen. Daardoor wordt het per ongeluk
indrukken van de dubbelfaseschakelaar (1) voorkomen.
Indien een defecte kiembus uitgewisseld moet worden,
controleer dan eerst of de kiembus met een borgschroef
op de boorspil geborgd is. Deze moet eerst verwijderd
worden (Attentie! Linkse schroefdraad! Losschroeven in de
richting van de wijzers van de klok!).
De kiembus kan door een lichte slag op de in de kiembus
ingestoken zeskantsleutel (inbussleutel) gelost en afge-
schroefd worden. Opnieuw monteren geschiedt in omge-
keerde volgorde.
Opgelet: Voor het monteren van een nieuwe kiembus eerst
de langsvlakken van kiembus en boorspil reinigen.
Trek de nieuwe kiembus stevig aan (30 Nm). Borg de kiem-
bus met de borgschroef, als deze voorhanden mocht zijn
(indraaien van de borgschroef tegen de richting van de wij-
zers van de klok).
Attentie!
Het kan niet volledig uitgesloten worden – met name,
indien er geen borgschroef voorhanden is – dat zich de
kiembus links draaiend van de boorspil lost. Let er dan
ook bij het werk op dat de kiembus correct op de
boorspil zit.