7
Reiniging
Attentie
Leg het spuitpistool nooit in oplosmiddelen of in een ander reinigingsmiddel. Anders
kan niet worden gegarandeerd dat het spuitpistool perfect functioneert. Gebruik voor
de reiniging geen harde of spitse voorwerpen. U reinigt het TEFLON
body met een doek. Voor schade die resulteert uit ondeskundige reiniging verleent
WALTHER, Wuppertal, geen vrijwaring.
U kunt het spuitpistool reinigen zonder dat u dit hoeft te demonteren.
1. Vul het gereinigde materiaalreservoir / beker met druppelaar / zuigbeker /
hangdrukbeker resp. het gereinigde materiaaldrukvat met een bij het gespoten
materiaal passend reinigingsmiddel.
2. Stel het spuitpistool in bedrijf.
3. Stel het spuitpistool pas buiten bedrijf als er uitsluitend nog helder reinigingsmiddel
uitspuit.
De gehele spuitinstallatie moet drukvrij worden gemaakt totdat zij later weer wordt
gebruikt. Gebruik voor de reiniging van het spuitpistool uitsluitend reinigingsmiddelen
die door de fabrikant van het spuitmateriaal worden aangegeven en waar de volgende
bestanddelen niet inzitten:
• Gehalogeneerde koolwaterstoffen (b.v. 1,1,1, trichlorethaan, methyleenchloride enz.)
• Zuren en zuurhoudende reinigingsmiddelen
• Geregenereerde oplosmiddelen (zgn. reinigingsverdunningen)
• Ontlakkingmiddelen. De bovengenoemde bestanddelen veroorzaken op
gegalvaniseerde componenten chemische reacties en leiden tot corrosieschade.
Reinig het spuitpistool
• iedere keer vóór een verf- of materiaalvervanging
• minimaal een maal per week
• afhankelijk van het materiaal en de graad van vervuiling verschillende malen per
week
Uitvoerige reiniging
1. Haal het pistool uit elkaar
2. Reinig de luchtkop (Pos. 2) en de materiaalspuitkop (Pos. 4) met een kwast en het
reinigingsmiddel.
3. Reinig alle overige componenten en het pistoolbody met een doek en het
reinigingsmiddel.
4. Strijk de volgende onderdelen in met een dunne vetfilm:
• naaldveer (Pos. 28)
• alle glijdende delen en lagerpunten.
De bewegende binnenonderdelen moeten minimaal eenmaal per week worden inge-
vet. De veren moeten permanent voorzien zijn van een lichte vetlaag. Gebruik hier voor
een zuurvrij, niet harsend vet en een kwast. Vervolgens wordt het spuitpistool in de
omgekeerde volgorde weer in elkaar gezet.
8
®
-gecoate pistool-
8
Foutopsporing en -eliminering
Waarschuwing
Onderbreek vóór elk ombouwen eerst de materiaaltoevoer en dan de luchttoe-
voer naar het spuitpistool - verwondingsgevaar.
Fout
Oorzaak
Pistool
Luchtdruk te laag
druppelt/spuit in
ruststand
Materiaalslang te hard
Pulserende of
Hoeveelheid materiaal te gering
slingerende spuit-
straal
Verkeerde luchtkoppositie
9
Afvalverwijdering
De spuitmiddelen en de materialen die ontstaan bij de reiniging en het onderhoud
dienen in overeenstemming met de wetten en voorschriften deskundig en vakkun-
dig te worden verwijderd.
Waarschuwing
Let op de instructies van de fabrikant van het spuit- en reinigingsmiddel. De
gezondheid van mens en dier wordt in gevaar gebracht door achteloos verwijderd
materiaal.
Uitkomst
Luchtdruk verhogen tot
min. 2 bar
Zachtere slang gebruiken
Materiaal erbij doen
Luchtkoppositie aanpas-
sen
9