2. Vergelijk de op de meter uitgelezen temperatuur met die van de
referentiethermometer. Het verschil is de afstelwaarde voor de
meter.
Voorbeeld: referentiethermometer: 24,5 °C; meter: 24,3 °C.
Afstelwaarde: 0,2 °C.
3. Voer de afstelwaarde voor de uitlezing van 25 °C in:
a. Druk op
. De parameter knippert.
b. Gebruik de pijltoetsen om tEn te selecteren.
c. Druk op
. 25 °C wordt weergegeven.
d. Druk op
en gebruik vervolgens de pijltoetsen om de
afstelwaarde voor 25 °C in te voeren. Druk op
weergegeven.
4. Plaats de elektrode en een referentiethermometer in een bak met
water van circa 85 °C en laat de temperatuur stabiliseren.
5. Vergelijk de temperatuur van de meter met die van de
referentiethermometer. Het verschil is de afstelwaarde voor de
meter.
6. Druk op
en gebruik vervolgens de pijltoetsen om de afstelwaarde
voor de uitlezing van 85 °C in te voeren. Druk op
Monstername
Elke elektrode heeft bepaalde voorbereidende stappen en procedures
voor monstername. Raadpleeg voor stapsgewijze instructies de
documenten die bij de elektrode meegeleverd worden.
Druk op
om een monstermeting uit te voeren. Gedurende de
metingen knippert de parameter en geeft de timer de stabilisatietijd aan.
Om de meetparameter (indien van toepassing) te wijzigen, houdt u
ingedrukt.
Om het monster continu te meten, drukt u 2 maal op
knippert ten teken dat de continue meetmodus is geactiveerd.
Temperatuureenheden wijzigen
De temperatuureenheden kunnen worden gewijzigd wanneer het
meetscherm wordt weergegeven.
1. Zorg dat er een stabiel meetresultaat wordt weergegeven.
2. Druk tegelijkertijd op
in °C of °F.
Automatische uitschakelfunctie deactiveren
De meter is zodanig ingesteld dat hij na 5 minuten niet te zijn gebruikt
. 85 °C wordt
automatisch wordt uitgeschakeld, om de batterijen te sparen. Deze optie
kan tijdelijk worden gedeactiveerd.
1. Zorg ervoor dat de meter is uitgeschakeld.
2. Houd
weergegeven. De voeding blijft voor onbepaalde tijd ingeschakeld.
3. Om de meter uit te schakelen, houdt u
OFF wordt weergegeven.
.
Opmerking: De automatische uitschakelfunctie wordt weer geactiveerd zodra
de meter normaal wordt ingeschakeld.
Achtergrondverlichting instellen
Het display wordt verlicht als er op
de inschakelduur van de achtergrondverlichting instellen.
Opmerking: De levensduur van de batterijen wordt korter naarmate de
inschakelduur van de achtergrondverlichting langer wordt.
1. Zorg ervoor dat de meter is ingeschakeld.
2. Druk op
. De parameter
de achtergrondverlichting knippert.
3. Druk op
te wijzigen (bereik: 3 seconden tot 2 minuten).
en
. De temperatuureenheden veranderen
ingedrukt totdat op het display OFF (uit) en no (nee) wordt
wordt gedrukt. De gebruiker kan
en druk onmiddellijk 2 keer op
of
om de inschakelduur van de achtergrondverlichting
ingedrukt tot op het display
. De inschakelduur van
Nederlands 149