Veiligheidsvoorschriften; Reserveonderdelen En Accessoires - Nederman NCF Serie Manual De Instrucciones

STARTINSTRUCTIES
Voordat de ventilator voor de eerste keer wordt gestart,
moeten de volgende punten worden gecontroleerd:
- Reinig zo nodig de ventilator en de kanalen.
- Controleer of de schroefverbindingen goed vastzitten.
- Controleer de aarding van de ventilatormotor. Controleer
of de stroomonderbreker in de nulstand staat.
- Als de motor, na een langere bedrijfsonderbreking,
vochtig is, moet deze zorgvuldig worden gedroogd.
Belangrijk!
Controleer of de rotatierichting van
de motor overeenkomt met de pijl
op de kap van de ventilator.
Start de ventilator om te proefdraaien en controleer
vervolgens de volgende punten:
- De ventilator moet kunnen draaien zonder overdreven
trillingen of geluid.
- De temperatuur van de ventilator en de motor mag
niet meer dan 50°C hoger worden dan de
omgevingstemperatuur.
ONDERHOUDSINSTRUCTIES
Regelmatig onderhoud houdt de ventilator in een goede
bedrijfsconditie en zorgt ervoor dat de kans op fouten
aanzienlijk vermindert.
Controlepunten:
- Controleer de bevestigingsbouten en haal losse
bouten aan.
- Controleer de kanaalaansluitingen en zet losse
aansluitingen vast.
- Controleer de elektrische installatie.
- Controleer de waaier op vuil en beschadigingen.
Verwijder het opgehoopte vuil.

RESERVEONDERDELEN EN ACCESSOIRES

Geef bij het bestellen van reserveonderdelen altijd het artikel-
nummer en het controlenummer van de ventilator aan (zie
typeplaatje van de ventilator).
RESERVEONDERDELEN
1. Waaier
2. Motor
ACCESSOIRES
3. Inlaatmof
4. Uitlaatmof
5. Trillingsdempers, set van 4
6. Schokdemperverbinding
7. Beschermingsnet
NEDERLANDS

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Lees de volgende informatie
goed om de kans op letsel
te vermijden.
De ventilator moet op een gemakkelijk
bereikbare plaats staan voor veilige service.
De ventilator mag niet gebruikt worden als de
kanalen niet zijn aangesloten, tenzij in- en
uitlaat zijn voorzien van goedgekeurde
veiligheidsnetten.
Zet de veiligheidsschakelaar van de ventilator
altijd uit voordat met onderhoud- of reparatie-
werkzaamheden wordt begonnen.
Gebruik altijd een masker met stoffilter bij
reparatie van en onderhoud aan het systeem.
Bescherm de elektrische isolatie tegen
schadelijke effecten door vet of vocht.
De ventilator mag niet in een explosieve
omgeving worden geplaatst of worden gebruikt
voor het transporteren van brandgevaarlijke of
explosieve gassen.
Bij verblijf in de nabijheid van de ventilator
moeten altijd gehoorbeschermers gebruikt
worden.
De installateur is verplicht de installatie op een
dusdanige wijze uit te voeren dat aan de eisen
van de machinerichtlijn 89/392/EEG en de laag-
spanningsrichtlijn 73/23/EEG wordt voldaan.
2
5
6
7
4
3
7
1
19
6