A
BESCHRIJVING
(begint op pagina 35)
1
Bovenste handgreep
2
Complete reductor
3
Schroef, moer bevestiging bovenste handgreep 7
4
Grasopvangbak
B
AANBRENGEN
(begint op pagina 35)
C
AANBRENGEN DEFLECTOR
PLAATSEN VAN DE MULCHING-DOP
D
Doe, om het gras te maaien met het mulching-systeem (zodat het gras blijft liggen), de kap omhoog en plaats de dop door het met de veer vast te zetten zoals aangegeven
op de tekening.
E
AANBRENGEN
(begint op pagina 36)
F
AANBRENGEN
(begint op pagina 37)
G
AFSTELLING HOOGTE HANDVAT
H
AFSTELLEN VAN DE MAAIHOOGTE
VOORBEREIDING BESCHERMSTUKKEN
I
l Werk altijd met geplaatste grasbak of beschermkap.
l Voor het verwijderen van de grasbak en het afstellen van de snijhoogte altijd de motor stopzetten.
l Bij lopende motor nooit met handen of voeten onder de rand of in de uitwerp-opening van het maaikast komen.
(begint op pagina 38)
J
Voor het maaien dienen vreemde voorwerpen van het terrein verwijderd te worden. Let tijdens het maaien op eventueel op het gazon achter gebleven vreemde voorwerpen.De
gebruiker is binnen zijn werkzone verantwoordelijk voor derden.
Tijdens het werken of het starten van de motor de maaimachine niet optillen. Indien nodig kan de machine wel zodanig schuin gehouden worden dat de snijkant zich altijd
weg van de gebruiker bevindt.
(begint op pagina 38)
K
Bij lopende motor in géén geval met handen of voeten onder de rand of in de uitwerp-opening van het maaikast komen.
WERKEN MET DE MAAIMACHINE
L
PAS OP MOTORBESCHERMSCHAKELAAR V220/230 - 50 Hz
PAS OP MOTORBESCHERMSCHAKELAAR
In de schakelaar van de maaimachine is een automatisch stroomuitschakelsysteem (motorbescherming)ingebouwd. In geval van overbelasting van de motor wordt deze
automatisch uitgeschakeld.
Alvorens weer te starten, wachten tot de motor afgekoeld is (5 - 10 minuten).
(begint op pagina 38)
M
WERKEN MET DE MAAIMACHINE
Alvorens de maaimachine met het elektrische net te verbinden, controleren of de spanning 220V/50Hz is en of het stroomnet van een zekering is voorzien. Start de motor
als volgt:
a) Druk op de veiligheidsknop (5) zodat de motor gestart kan orden.
b)Start de motor door de hendel (11) naar het handvat te trekken en houd hem ingedrukt, bij loslaten stopt de motor.
PAS OP! Het mes gaat draaien zodra de motor loopt.
N
(begint op pagina 39)
MAAIEN
Voor het maaien de machine met de hand voortduwen
(begint op pagina 39)
O
MAAIEN
Voor het maaien de machine met de hand voortduwen of de automatische besturing inschakelen.
Inschakelen automatische besturing: manilla del embrague (13) omhoog trekken en ingedrukt houden.
Uitschakelen automatische besturing: het koppelingshandvat loslaten.
Belangrijk: wanneer bij aangetrokken koppelingshandvat de besturing niet ingeschakeld wordt, dient de koppelingskabel afgesteld te worden door de
veer (P) in een van de volgende gaten (S) te steken, van manilla del embrague (13).
AUTOMATISCHE BESTURINGSINRICHTING
P
Controleer regelmatig de automatische besturingsinrichting en houd deze goed schoon.
Reinig vooral pignon (14) en tandwiel (15). Hiervoor dient het wiel (16) gedemonteerd te worden door de schroef (17) los te draaien.
5
Veiligheidsknop
6
Schakelaar
Maaikast
8
Haak
(begint op pagina 35)
(begint op pagina 35)
(begint op pagina 38)
(begint op pagina 38)
(begint op pagina 38)
(begint op pagina 38)
(begint op pagina 39)
13
9
Achterscherm
10 Motor
11 Handgreep schakelaar
Handmaaimachine
Zelfrijdende grasmaaimachine
NEDERLAND
12 Afstehendels snijhoogte
13 Koppelingshendel
14 Complete reductor