10.6 Zekeringen
OPMERKING
Gebruik enkel zekeringen met eenzelfde zekeringwaarde.
Defecte zekeringen vervangen.
10.6.1 Zekeringen en zekeringkast van de
chauffeurscabine vervangen
Alleen apparaat met bestuurderscabine
1 Deksel
2 Kartelschroef
Kartelschroeven eruit draaien en deksel wegnemen.
1 2 3 4 5 6 7 8
9
Zekeringen bestuurderscabine
1
Vrije steekplaats in de plafondconsole
(tweede plaats van rechts)
2
Aansluiting autoradio
3
Werkverlichting
4
Schakelaar voor optie (bv. verwarmbare
buitenspiegel)
5
Ruitenwisser
6
Ruitensproei-inrichting
7
Zwaailicht
8
Cabineverlichting
9
Relais groot licht
180
10.6.2 Zekeringen en zekeringkast motorruimte
vervangen
1 Deksel
Deksel verwijderen.
Zekeringen motorruimte
1
Controlelampjes, zoemer koelwatertempe-
ratuur, brandstofpomp, achteruitrijclaxon,
7-polige contactdoos vooraan, 2-polige
contactdoos vooraan, motoruitschakelklep
timer, motoruitschakelklep (houdstroom)
2
2-polige contactdoos vooraan, 7-polige
contactdoos vooraan, 2-polige contact-
doos achteraan, voorlicht
10 A
3
Ventiel rijrichting, dynamo,
4
Airconditioning
3 A
5
boordcontactdoos console, 7-polige con-
10 A
tactdoos vooraan
10 A
6
Motoruitschakelklep (aantrekstroom)
7
Bedrijfsurenteller vegen, PTO stop, contro-
10 A
lelampje rem
3 A
8
Hoofdzekering
7.5 A
9
Dimlicht
3 A
10
Airconditioning
11
Cabine
12
Zwaailicht, claxon, relais licht, 7-polige
contactdoos vooraan (Pin 1)
13
Knipperlicht, waarschuwingsknipperlicht
14
Airconditioning
15
Comfortstoel
33
-
NL
10 A
20 A
10 A
7.5 A
10 A
30 A
10 A
40 A
20 A
20 A
30 A
10 A
10 A
10 A
15 A