• Bij het verzetten van het aanhaalpunt-
detectieniveau van "L1" naar "L" kan het
aanhaalmoment groter worden. Stel het
aantal aanhaalmomentfasen opnieuw in
nadat u de instelling hebt veranderd.
• De instelling wordt pas veranderd wan-
neer u op de OK toets drukt.
• Nadat de instelling is veranderd, moet u
altijd de nieuwe ingestelde waarde con-
troleren. (Zie blz. 70.)
BELANGRIJKE INFORMATIE:
• U kunt het aanhaalpunt-detectieniveau
en de aanhaalpreventietijd tegelijk
instellen door de aanhaalpreventietijd
te veranderen (zie blz. 69) voordat u op
de OK toets drukt, en dan op het einde
pas op de OK toets te drukken.
• Bij indrukken van de aanhaalmoment-
instelfunctietoets schakelt de display-
aanduiding om tussen het aangeven
van het aanhaalpunt-detectieniveau en
het aantal aanhaalmomentfasen.
• Bij het verlaten van de fabriek is het aan-
haalpunt-detectieniveau ingesteld op "L1".
• Wanneer het aantal aanhaalmomentfasen
is ingesteld zoals hieronder is aangegeven,
kan het aanhaalpunt-detectieniveau niet
worden veranderd van "L1" naar "L".
Instelling voor aantal aan-
Model
EYFLA4
EYFLA5
Tabel met aanhaalmomenten (bedoeld als
referentie)
De waarden in deze tabel zijn gemeten bij de
hieronder beschreven omstandigheden en
zijn enkel bedoeld als referentie. De feitelijke
aanhaalmomenten variëren met de werkom-
standigheden (de bout die wordt vastgedraad,
het materiaal, de manier waarop de bout op de
plaats wordt gehouden, enz.).
EYFMA1(M12)
EYFLA5(M6)
haalmomentfasen
1 t/m 8
1 t/m 3
EYFMA1(M14)
EYFLA6(M10)
EYFMA1(M10)
EYFLA5(M8)
EYFLA6(M8)
EYFLA4(M8)
EYFLA4(M6)
Meetomstandighden
• Temperatuur: Kamertemperatuur (0°C)
Gebruik van de interval-instelfunctie
• Met de interval-instelfunctie kunt u voor-
komen dat het gereedschap gaat werken
nadat dit automatisch is gestopt door de
werking van de aanhaalmomentregelfunctie,
zelfs wanneer de schakelaar wordt bediend.
1. Schakel de configuratiefunctie van het
gereedschap in. (Zie blz. 67.)
. Druk op de interval-insteltoets.
• Het bedieningspaneel begint te knipperen.
Display: Het getal 0 knippert.
Accu-indicatielampje: Het middelste balkje
van de accu knippert.
Display
3. Druk op de
enste tijd in te stellen.
Toetsen
4. Druk op de OK toets om de geselecteerde
instelling te accepteren.
• Het bedieningspaneel stopt met knip-
peren en licht continu op en de instelling
voor de aanhaalmomentkoppeling wordt
weergegeven.
OPGELET:
• Controleer of de nieuwe waarde geldig
is nadat de instelling is veranderd.
Aan/uit-instelling voor de beperkingsfunc-
tie van het radiosignaalbereik (EYFLA4AR,
EYFLA5AR, EYFLA5QR, EYFLA6JR,
EYFMA1JR)
1. Schakel de configuratiefunctie van het
gereedschap in. (Zie blz. 67.)
. Druk op de formatteertoets.
• Het bedieningspaneel begint te knipperen.
Display: De letter "F" knippert.
Accu-indicatielampje: Het bovenste en
onderste balkje van de accu knipperen.
- 69 -
Accu-indicatielampje
en
toetsen om de gew-
Display
Seconden
30
1
0
3
0,1
Uit