NLD
· Verlengkabels buiten
Gebruik buiten alléén daarvoor toegestane en overeenkomstig gekenmerkte
verlengkabels.
· Wees attent
Let op wat u doet. Ga met uw volle verstand aan het werk. Gebruik het
apparaat niet wanneer u ongeconcentreerd bent.
· Controleer het apparaat op eventuele beschadigingen
Vóór ieder gebruik van het apparaat moeten veiligheidsvoorzieningen of
licht beschadigde delen zorgvuldig op hun perfecte en goede functie
onderzocht worden. Controleer of de bewegende delen probleemloos func-
tioneren en niet klemmen en of delen beschadigd zijn. Alle delen moeten
juist gemonteerd zijn en voldoen aan de voorwaarden om een goede wer-
king van het apparaat te waarborgen. Beschadigde veiligheidsvoorzienin-
gen en delen moeten vakkundig door een erkende service-werkplaats ge-
repareerd of uitgewisseld worden, in zoverre niets anders in de gebruiksa-
anwijzing aangegeven staat. Beschadigde schakelaars moeten bij een
service-werkplaats vervangen worden. Gebruik géén apparaten waarvan
de schakelaar niet in- en uitgeschakeld kan worden.
· Let op!
Gebruik voor uw persoonlijke veiligheid, voor waarborging van de juiste
functie van het apparaat alleen originele accessoires en originele onder-
delen. Het gebruik van andere onderdelen en andere accessoires kan een
gevaar voor ongelukken betekenen.
· Laat uw apparaat door een elektromonteur repareren
Dit apparaat voldoet aan de veiligheidsvoorschriften die hierop betrekking
hebben. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden, in het bijzonder in-
grepen in het elektrische gedeelte mogen alléén door vakkundigen en daar-
voor opgeleide personen doorgevoerd worden, indien originele onderdelen
gebruikt worden; anders kunnen ongelukken voor de gebruiker ontstaan.
Iedere eigen verandering aan het apparaat is om veiligheidsredenen niet
toegestaan.
Speciale veiligheidsaanwijzingen
· Voor koude geschikte handschoenen dragen.
· Bij contact met de huid kan ijs verbrandingen veroorzaken. Na afloop van
de werkzaamheden invrieskoppen laten ontdooien.
· Slangen niet knikken, verdraaien of onder trekspanning plaatsen. Dit kan
leiden tot lekkage.
· Koelmiddelcircuit niet openen. Het apparaat bevat het koelmiddel R 404A
in gesloten circuit. Indien bij een defect apparaat (b.v.breuk van een koel-
middelslang) koelmiddel uit het apparaat lekt, dan moet op het volgende
worden gelet:
– Na inademen: betrokken persoon in de frisse lucht brengen, laten uitru-
sten. Bij ademstilstand kunstmatig beademen. Arts inschakelen.
– Na contact met de huid: de betrokken plaatsen op de huid met veel
warm water ontdooien resp. afwassen.
– Na contact met de ogen: direct minimaal 10 minuten met veel schoon
water grondig uitspoelen. Arts opzoeken.
– Na inslikken: niet laten overgeven. Mond met water laten uitwassen, glas
water drinken. Arts opzoeken.
– Aanwijzing voor de arts: geen medicamenten van de ephedrine/ad-
renalinegroep verstrekken.
Let op: bij thermische aantasting van het koelmiddel (b.v. bij brand) ont-
staan zeer giftige en bijtende dampen.
· Veiligheidsaanwijzingen voor koelmiddelinstallaties in acht nemen.
· Bij slopen van het apparaat koelmiddel volgens de voorschriften afvoeren.
· Koelmiddel mag niet in de riolering, kelders, werkkuilen raken. De koel-
middeldampen kunnen een verstikkende atmosfeer veroorzaken.
1. Technische gegevens
1.1. Artikelnummers
(10, 12 mm) (paar)
Invriesschaal
1
/
8
(42 mm) (paar)
Invriesschaal 1
1
/
4
(paar)
Invriesschaal 1
1
/
2
Invriesschaal 54 mm (paar)
Invriesschaal 2 (60 mm) (paar)
LCD-Digital-thermometer
Spanband
Sproeifles
1.2. Werkbereik
Invriezen van vloeistoffen van alle soorten zoals
b.v. water, melk, bier in buizen van staal, koper,
gietijzer, lood, aluminium, kunststof e.a.
Omgevingstemperatuur
131110
131155
131156
131157
131158
131115
131104
093010
1
/
–2 resp. 10–60 mm
8
+10°C tot +32°C
1.3. Elektrische gegevens
Nominaalspanning, -frequentie,
-vermogen, -stroom
Beschermingsklasse 1
Beschermingstype
1.4. Gegevens koelmiddel
Koelmiddel
Vulhoeveelheid
Bedrijfsdruk koelmiddelcircuit max.
1.5. Afmetingen
Apparaat
Lengte koelmiddelslangen
1.6. Gewicht
Apparaat
1.7. Geluidsinformatie
Emissiewaarde met betrekking tot werkplek 70 dB(A)
1.8. Vibraties
Gemeten effectieve waarde van de
versnelling
2. Ingebruikname
Het invriezen gebeurt door koude-overdracht van de invrieskoppen op de bui-
tenzijde van de buis. Om een goed contactoverdracht te waarborgen moeten
verf, roest of andere verontreinigingen van de buis verwijderd zijn. Gedefor-
meerde buizen kunnen niet worden ingevroren.
Het water (of ander vloeistof) in de buis kan alléén dan invriezen, wanneer er
géén stroming plaatsvindt d.w.z. pompen moeten uitgeschakeld worden, aftap-
pen van water moet voorkomen worden. Vóór het invriezen van verwar-
mingsbuizen het water op kamertemperatuur laten afkoelen.
2.1. Montage van de invrieskoppen
Bij de buisdiameters
1
/
–1 resp. 14–35 mm worden de invrieskoppen direct
4
geplaatst op de buis (fig.1). Invrieskoppen met spanband bevestigen (fig. 2).
De kortste invriestijden worden bereikt, wanneer de slangaansluiting op de in-
vrieskop naar boven wijst.
2.2. Gebruik van de invriesschalen
(10, 12 mm), 1
Voor de buisdiameters
1
/
8
mm) zijn aparte invriesschalen (accessoires) nodig (fig.1). Deze worden in de
invrieskoppen geplaatst. Voor correcte montage zie tabel fig. 3. Invrieskoppen
met invriesschalen op de buis met spanband bevestigen (fig. 2).
3. Werking
Apparaat eerst inschakelen, wanneer de invrieskoppen gemonteerd zijn. Ter
verbetering van de koude-overdracht van de invrieskoppen op de buis moet
men tijdens het invriezen tot eind meerdere malen met de meegeleverde spuit-
fles water tussen de invrieskoppen/invriesschalen en de buis sproeien (fig. 2).
Belangrijk: Invrieskoppen monteren en met water besproeien. Vanaf het in-
vriezen intensief met water sproeien om de spleet tussen buis en in-
vrieskop/invriesschaal op te vullen. Daarbij wisselend de beide invriesplaatsen
zolang met water besproeien, totdat zich een gesloten ijslaag gevormd heeft.
Dit kan bij grote buizen tot 10 minuten duren. Daarna hoeft er niet meer ge-
sproeid te worden. Bij onachtzaamheid worden de invriestijden langer of de
buis vriest ondanks rijpvorming aan de invrieskoppen niet in. Indien deze rijp-
vorming volgens de in de tabel vermelde tijden niet ontstaat, dan duidt dit op
een waterstroming in de buis of de buisinhoud is warm. In deze gevallen de
pompen uitschakelen, aftappen van water voorkomen, water laten afkoelen.
Bovendien moet u erop letten, dat de invrieskoppen niet blootgesteld zijn aan
zon of warme lucht. In het bijzonder mag de lucht, die de ventilator van het ap-
paraat uitblaast, niet gericht zijn op de plaats van invriezen.
Als accessoires zijn LCD-Digital thermometers leverbaar, die in zakjes op de
spanbanden geplaatst kunnen worden en die de beoordeling van de toestand
op de invriesplaats vergemakkelijken. De thermometers worden gevoed door
een accucel, die naar behoefte uitgewisseld kan worden.
Let op: De invrieskoppen en de koelmiddelslangen bereiken temperaturen
van –30°C. Tegen koude geschikte handschoenen dragen!
Volgens de in tabel (fig. 3) aangegeven invriestijden kunnen de reparatie-
werkzaamheden aan de leidingen uitgevoerd worden. Voor het begin van de
reparatiewerkzaamheden controleren, of de leiding drukloos is. Hiertoe even-
tueel voorhanden zijnde aftapkraan openen of een stop losschroeven. Appa-
raat gedurende de reparatiewerkzaamheden niet uitschakelen.
NLD
230 V~; 50 Hz, 430 W; 1,81 A
Aarding noodzakelijk
IP 33
R 404 A
0,150 kg
27 bar
310 × 305 × 360 mm
(12× 12× 14)
2 m
22,3 kg (50 lbs)
2,5 m/s²
(42 mm), 1
, 54 mm, 2 (60
1
/
1
/
4
2