Definities
Alarmcondities zoals hieronder vermeld kunnen worden gedetecteerd in een fail-safe of
in een niet fail-safe modus.
Fail-safe
•
De sensoraansluiting is fail-safe wanneer de uitgangsstatus zich in de hoog
alarmstatus bevind in geval van een storing in de voedingsspanning; de open
contact toestand voorkomt het overstromen van product.
•
De sensoraansluitingsconfiguratie schakelt naar de fail-safe laag alarm status in
geval van een storing in de voedingsspanning; deze open contact toestand
voorkomt een tekort aan product.
Hoog alarm
•
Wanneer het product een maximum procesniveau bereikt en de elektrode bedekt.
Laag alarm
•
Wanneer het materiaal een minimum procesniveau bereikt en de elektrode niet
langer bedekt.
Voeding / alarmaansluiting
Opmerkingen:
Raadpleeg voor klemmenbezetting de Behuizingversie op pagina 6.
•
•
De transistoruitgang mag alleen worden gebruikt in circuits waar de stroom is begrensd
door een correcte belasting.
•
Als gevolg van de beperkte schakelcapaciteiten van de transistorschakelaar
component, moet een hulprelais worden toegepast bij het schakelen van apparaten met
een hoge stroom / hoge spanning.
Niet Intrinsiekveilige uitvoering
Laag alarm
Hoog alarm
4 / 20 mA loop alarm toepassing
Volledig kunststof uitvoering
7ML19985QJ81
Rmax = V voeding – 10 V
20 mA
white
white
black
red
Bijvoorbeeld, 250Ω resulteert in
*
1 of 5 V DC schakelspanning
naar een PLC.
Pointek CLS 100 – Gebruikershandleiding
Polariteit zoals nodig voor
gewenst bedrijf
-
12 – 33 V DC
+
Polariteit zoals nodig voor
gewenst bedrijf
+
12 – 33 V DC
-
V voeding
12 – 33 V DC
Blz. NL-7