6. Bediening
a. Het toestel aanzetten
1. Sluit de AC voedingskabel aan op het toestel (fig. p.1 #8) en op een geaard stopcontact (230Vac/50Hz).
Zorg dat de aarding niet wordt onderbroken aan het stopcontact, in de kabel of in de voeding.
2. Zet de voeding aan door op de on/off-schakelaar te drukken (fig. p.1 #7).
3. Bij het aanzetten van het toestel staan alle niveaus op de maximumwaarde ; dit wordt ook weergegeven op het
LCD-scherm (fig. p.1 #1).
Het aardingcontact op het frontpaneel (fig. p.1 #6) en de RS-232 connector (fig. p.1 #9) zijn direct verbonden
met de aarding van het toestel.
b. Limit regelingen ('LIMIT' toetsen)
1. Spanningslimiet (U): druk op 'U' links in het toetsenpaneel (fig. p.1 #2) tot 'U-const' op het scherm begint te
knipperen. Regel de spanning per 1V via het regelwiel (fig. p.1 #3). Is de limiet ingesteld, druk dan op 'ENT' (enter)
om te bevestigen (of de regeling te verlaten zonder aanpassing). Als een verkeerde waarde werd ingegeven, kan
deze worden gewist via de 'CE' toets. Het toestel zal terugkeren naar de vorige waarde.
De uitgangsspanning kan worden bijgeregeld terwijl het toestel werkt.
2. Stroomlimiet (I): druk op 'I' links in het toetsenpaneel (fig. p.1 #2) tot 'I-const' op het scherm begint te knipperen.
Regel de stroom per 10mA (fine) of 100mA (norm) via het regelwiel (fig. p.1 #3). Als de limiet ingesteld is, druk
dan op 'ENT' (enter) om te bevestigen (of de regeling te verlaten zonder aanpassing). Als een verkeerde waarde
werd ingegeven, kan deze worden gewist via de 'CE' toets. Het toestel zal terugkeren naar de vorige waarde.
3. Vermogenslimiet (P): druk op 'P' links in het toetsenpaneel (fig. p.1 #2) tot 'P-const' op het scherm begint te
knipperen. Regel het vermogen per 1W via het regelwiel (fig. p.1 #3). Als de limiet ingesteld is, druk dan op 'ENT'
(enter) om te bevestigen (of de regeling te verlaten zonder aanpassing). Als een verkeerde waarde werd
ingegeven, kan deze worden gewist via de 'CE' toets. Het toestel zal terugkeren naar de vorige waarde.
Een vermogenslimiet zal automatisch werken op de uitgangsstroom ; de spanningsinstelling blijft behouden.
c. 'KEY INPUT' regeling
• Door op 'u' te drukken wordt de uitgangsspanning onmiddellijk op de maximumwaarde gezet.
• De 'ENT' toets dient om de ingestelde limieten te bevestigen (zie "6.b. Limit regelingen ").
• De 'CE' toets dient om de ingestelde limieten te wissen / herinitialiseren (zie "6.b. Limit regelingen ").
• Met de 'N' (normal) en 'F' (fine) toetsen kan de regeltrap van het regelwiel worden ingesteld. Slechts 1 van deze 2
modes can actief zijn: ofwel is de regeltrap normaal ofwel fijn (waarbij een 'f' op het scherm verschijnt).
• Met de 'L' toets kunt u het toetsenpaneel en het regelwiel vergendelen om ongewenste regelingen te vermijden.
Enkel de on/off-knop (fig. p.1 #7) blijft actief. De vergrendeling wordt weergegeven door het 'Locking' symbool
onderaan het scherm. Druk gedurende ongeveer 2 seconden op 'L' om het toetsenpaneel te ontgrendelen.
d. Output regeling ('I/O' toets)
De uitgang van de voeding kan worden aan- of uitgezet met de 'I/O' toets. De status van de uitgang wordt
weergegeven onderaan het LCD-scherm. Wanneer het toestel wordt aangezet, staat de uitgang uit tot deze wordt
geactiveerd met de 'I/O' toets.
e. PC aansluiten: 'REM' toets
Achteraan het toestel zit een RS-232 aansluiting (fig. p.1 #9), die toelaat het toestel aan te sluiten op een PC. Met de
geschikte software kunt u de voeding sturen via uw PC. Fruk op 'REM' om de communicatie tussen de voeding en de
PC te activeren. Onderaan het scherm verschijnt "Remote". Alle toetsen op het toestel worden vergrendeld (behalve
de on/off-knop). Druk gedurende ongeveer 2 seconden op 'REM' om de communicatie met de PC te onderbreken en
het toetsenpaneel opnieuw te activeren.
PSS2010 / PSS4005
- 8 -
VELLEMAN